|
woensdag 30 oktober 1974
Wat een waardeloos weer is het vandaag geweest, maar ja, ik hoop dat het morgen beter is. Ik ben een dagboek begonnen, omdat ik bepaalde
dingen graag wil vertellen, maar ik heb niemand om wat aan te vertellen door de weeks. Iedereen die ik graag mag, zit in Rotterdam.
Ikzelf in Delft, zodoende wordt het wat moeilijk elke keer op te bellen; bovendien is het door de telefoon waardeloos vertellen
omdat je dan alleen iemands stem kan horen en niet gezichtsuitdrukking e.d. waar kan nemen. Kortom redenen genoeg voor de start van
een dagboek.
Ik weet niet of ik het vol kan houden. Er zullen vast wel dagen komen dat ik minder of nauwelijks iets te schrijven heb, maar dat is zo erg niet.
Op aanraden van Mar's dagboek houd ik er maar een min of meer verplicht schrijf-halfuurtje op na, zodat er tenminste iedere dag iets op papier
komt.
Ik ben net naar Charley geweest om een bandrecordertje te lenen om een bandje voor Jolan op te nemen. Boudewijn de Groot loeit daarom op dit
moment door de kamer. Mooie muziek kan die kerel toch maken. Dat is nu niet voor mij weggelegd. Ik moet exact leren denken en doen. Gelukkig deed
dat verdomde computerprogramma het vandaag. Ik ben er meer dan een hele middag aan bezig geweest en nog had ik vanmorgen (de volgende dag dus)
nog geen resultaat. Om van te balen zeg. Er zat maar één klein foutje in. Ik had een ';' opgeschreven die er helemaal niet moest
staan. Gevolg: het hele programma verdomde het. Gek hoor, zo'n computer. Hij doet alles heel snel (paar seconden), maar soms doet hij niets.
Nog erger dan een vakidioot op wiskundig gebied, zo'n apparaat.
Nog een stimulans om een dagboek bij te gaan houden, was dat ik m'n eigen literaire fratsen uit de 6-de klas gisteravond nog eens door heb
zitten lezen. Erg leuk geweest in 6A als ik het achteraf bekijk. Wel veel spanning geweest in 6A, maar daar merk je bij het achteraf doorlezen
weinig van. Vandaar dat het misschien zo leuk lijkt.
Dit schrift is een oud laboratorium schrift van Charley geweest. Toch nog goed bruikbaar eigenlijk. Vanmiddag hebben we een relais gemaakt.
Erg leuk werk hoor, maar na een middag heb je er al grof de balen van. Er zijn mensen die dat hele dagen doen. Niet te geloven, eigenlijk.
Maar dan hoef je er niet meer bij na te denken, waarschijnlijk. Ik heb maar drie van die dingen meegenomen. Je kan ze overal voor gebruiken.
Ik heb het plan m'n wekker er mee om te gaan bouwen, zodat ik 's-morgens met muziek i.p.v. door belgerinkel wordt gewekt. Dat is wel iets
plezieriger.
Ik heb er lang over nagedacht (Ik bemerk dat ik wel vaak 'ik' gebruik, waarschijnlijk door gebrek aan contact, maar nu heb
ik contact gevonden gelukkig maar) hoe ik m'n persoon ga noemen tot wie ik me richt in m'n dagboek. Ik weet het eigenlijk niet. Eerst wilde
ik 'Tinus' nemen, voortkomende uit die ontwikkeling van een 'Brief voor Tinus' tot een aantal fratsen, die ik toch weer liever niet
op wilde sturen. Misschien doe ik het nog wel ook. Het is alleen maar om niet zo abstract te doen. En bovendien is het dan net of ik
iemand gedag zeg als ik het geschrijf afsluit. Verder moet ik er niets achter zoeken. Een kaal begin van een brief staat ook zo gek.
Charley was vandaag niet mee te praten. Ik weet niet hoe het kwam. Misschien lag het wel aan mij; dat ik teveel over mezelf wilde vertellen
ofzo. Ik weet het niet. Hij moest om halfnegen weer iemand (Paul van Riel) op gaan zoeken. Ik dacht ik ga maar mee. Hij had echter
het verkeerde adres meegenomen en we moesten dus weerterug naar zijn huis. Het was inmiddels kwart over negen en ik wilde nog wel wat
doen vanavond al was het alleen maar de rotzooi op mijn kamer opruimen. Ik ben dus niet opnieuw met hem mee gegaan, maar ik heb
de fiets en de bandrecorder mee naar huis genomen. Wat was het daar een bende zeg. Dat is nu gelukkig allemaal opgeruimd.
Aan m'n studie heb ik vanavond weer geen donder gedaan. Ik weet niet waar dat door komt. Gisteravond had ik ook al geen zin.
Het is wel waarschijnlijk te verklaren, want we hebben nu alleen maar van die waardeloze theorie te bestuderen. Daar moet ik nog een
beetje aan wennen. Toch wil ik doorzetten, anders haal ik die eerste twee tentamens van Mechanica en Analyse niet. Dat zou een ramp zijn,
want dat is waarschijnlijk zo'n teleurstelling dat m'n enthousiasme er dan voorgoed uit is. Vandaar dat ik goed aan ga pakken, want
ik heb nog zeer veel voor die tentamens door te nemen. Bovendien ben ik toch wel een beetje verantwoording tegenover mijn ouders verschuldigd,
want die betalen tenminste m'n studie nog voor een groot gedeelte. Het is daarom zaak dat ik me goed bewust word van m'n toestand en
dat ik daar ook naar handel, want als ik maar avonden niets blijf doen, zal er vast wel niets terecht komen van die tentamens. Ik heb totaal
geen idee hoe moeilijk die tentamens zijn. Misschien zijn ze wel erg moeilijk, misschien wel niet. Daarom lijkt het me het beste wanneer ik
er maar zoveel mogelijk voor doe. Dit is vreselijk moeilijk vol te houden zonder controle of zo, bemerk ik nu opeens. Het is veel gemakkelijker
naar Charley of wie danook te gaan, dan wiskunde oefeningen maken, maar die moeten ook gebeuren.
Van nu af aan heet m'n dagboek dus 'Tinus', vanwege historische achtergrond en vanwege de persoonlijkheid van m'n dagboek.
Het bandje voor Jolan is klaar en daarom ga ik maar slapen. Het is tenslotte alweer 11 uur. Welterusten.
Tot morgen Tinus
Giedi
donderdag 31 oktober 1974
Lieve Tinus,
Het is nu ongeveer 1 uur in de middag en ik heb even niets te doen. Mooi even de tijd dud om iets aan jou te schrijven. Vanmorgen 4 inspannende
uren college zitten volgen over analyse e.d. Het viel verdomd niet mee. Die professor ging maar door met allerlei moeilijke onderwerpen en
problemen. Ik zit op het ogenblik in de werkkamer voor eerstejaars studenten voor de afdeling Natuurkunde. Een 'gezellig' vertrekje met
bibliotheekboeken over de meest uitgebreide zaken en een aantal rekenmachientjes. Zo meteen hebben we een nabespreking over proef B12.
Wat het voorstelt, weet ik niet, maar dat zullen we wel zien. Ik heb net weer een goed idee opgedaan voor een eventuele uitvoering. Het betreft
een drukschakelaartje dat vanzelf uitvalt wanneer je het loslaat. Als je met muziek in slaap wilt vallen, moet je dit schakelaartje gebruiken.
Als je dan in slaap valt, verslappen de spieren en de stroom valt vanzelf uit. Handig hè. Mooi idee. Alleen weet ik nog niet wanneer
ik het ga uitvoeren. Waarschijnlijk wanneer ik eens niets te doen heb en dat is voorlopig nog niet zo. Voor het eerste wiskunde tentamen hoeven
we gelukkig maar een klein gedeelte van de bewijzen te kennen. Gelukkig maar, want ik zag het al helemaal niet meer zitten. Alles overweldigt
en overdondert me hier. Daarnet had ik ook weer een uitspraak: Ik zei ineens tegen een vriend van me (Ik weet nog geeneens hoe hij heet). We
liepen samen door de aula van de TH: 'Wat een intellectuelen lopen hier eigenlijk allemaal rond'. En toen moest hij vreselijk lachen, dus heb
ik maar gedaan of het komisch bedoeld was, maar eigenlijk was het een soort wanhoopskreet van 'Ik voel me in de massa ten onder gaan',
maar zover wil ik dan weer niet gaan. Tenslotte kan je beter maar eens een keer flink lachen tussen heel dat stelletje nuchtere zakken
hier in Delft. Als je een beetje uitbundig lacht, verklaren ze je hier al snel voor gek. Ik denk dat ze dat niet vinden passen op een TH.
Dat hoort zeker in de sociëteiten thuis. Von Raesveld-Mijer heb ik een toekomstige Hitler genoemd. Weer gelach van iedereen. Ik moest
zelf ook wel lachen. R.M. leeft zich nu helemaal in zijn vak uit (wiskunde) terwijl Hitler zich totaal uitleefde op een maatschappij.
Volgens mij zijn ze verder ongeveer gelijk. Een gevaarlijke gedachtengang, maar toch geloof ik dat hij wel juist is vanwege de vele
maniertjes, die v.R.M. in zijn colleges gebruikt. Vooral het aanwijzen van bepaalde belangrijkheden doet hij zo corrupt en absoluut
dat je er haast bang van zou worden. Niet een fijn persoon om mee samen te werken, maar aan de andere kant komt hij toch wel bij ons
in de kantine koffie drinken, wat wel sympathiek te noemen is. Met de nodige voorbehoud natuurlijk, want als het te druk is, gaat hij
gewoon weer weg. Hij wil op ons een enorm overheersende indruk maken. Dat had ik ook toen ik pas in Delft studeeerde. Ik wilde
tegenover iedereen van m'n oude middelbare school een enorm overheersende indruk maken. Dat is nu wel een beetje afgesleten, want
volgens mij heb ik helemaal het recht niet een overheersende indruk op iemand anders te maken vanwege mijn positie als student,
omdat ik achteraf heb moeten inzien, dat student zijn ook iets heel gewoons is met alle daagse gewonigheidjes, die soms ten opzichte
van de middelbare school te lullig zijn om los te lopen. Vb: Men maakt hier moeilijkheden over een al of niet juist geplaatste ; in
een computerprogramma anders vertikt dat ding het. Op de middelbare school zouden we zo iemand vreselijk hebben uitgelachen. Wat maakt
die ene ; nou uit? Geen sodemieter, toch? Daarom vind ik dat prof. v. R.M. ook niet het recht heeft zo overheersend tegenover ons te
doen, maar ja, we zitten nu eenmaal met die kerel, dus hij doet maar. Ik ga nu naar de nabespreking van B12. Tot ziens, Tinus.
Giedi
1 november 1974
Lieve Tinus,
Het is kwart over acht in de morgen en het schrijven wil nog niet zo best lukken. Ik heb gisteravond niets meer geschreven, want
ik was pas om halftwee klaar met m'n sommetjes wiskunde. Allemaal limieten uit zitten rekenen. Een walgelijk werk, maar als je het
eenmaal doorhebt, is het wel wat leuker. Ik ben gisteravond ook nog wezen zwemmen en toen ik terugkwam, zat de deur op het
nachtalarm, want de Pluggen waren reeds naar bed. Ik, slim als ik was, duwde niet gelijk uit alle macht tegen de deur, maar keek
eerst of het kettinkje erop zat, want ik vermoedde al iets. Daardoor ging het alarm gelukkig niet aan. Ik heb David maar
'zachtjes' uit bed gebeld, nadat ik eerst had geprobeerd in m'n eigen kamer in te breken, wat natuurlijk niet lukte. Daar moet ik
ook nog even iets op verzinnen, zodat ik niet van de voordeur afhankelijk ben. Vooral bij nachtelijke expedities en die zullen
zeker niet uitblijven, want ik heb nog heel wat met Charley te ouwehoeren en hij houdt nogal van een beetje doorzakken. Zodoende.
Gisteravond ben ik eigenlijk ook wel een beetje ver doorgezakt (laat opgebleven). Ik voel me nu dus verre van fit. Daar komt nog bij
dat ik nog tien minuten moet wachten voor ik een kopje koffie kan kopen, maar niet getreurd. Ik kom de dag wel door denk ik.
Allereerst hebben we dadelijk twee uur de heer Varma, die ons weer van allerlei nuttige en nutteloze zaken van de mechanica op de
hoogte zal brengen. Vervolgens komt v. Raesveld Mijer weer twee uur aan de beurt en dan kan ik fijn naar mijn ouders toe, nadat ik
echter eerst Charley z´n bandrecorder terug heb gebracht. De zak was er gisteravond natuurlijk weer niet, zodat ik de gehele tijd
met dat ding heb rondgereden. Niet dat mij het er wat toe doet hoor, maar hij wordt er niet beter van. Bovendien moet ik nog even
stoffen in m´n kamer, want het begint al aardig te stuiven als ik hard door m´n room ren. Natuurlijk kan mij dat geen barst schelen,
maar ik heb gehoord dat nekkramp bacillen zich voornamelijk in stof nestelen en dat kan me wat meer schelen, want nekkramp krijg ik
liever niet. Zie hier een prachtige rationalistische uitspraak voor mijn opruimdwang die ik wel een beetje van mijn vader heb meegekregen.
Als ik hier in Delft zit, krijg ik het gevoel dat ik steeds meer op hem ga lijken, maar dat is wat minder leuk als ik ook z'n kwalijke
eigenschappen, zoals dictatuur en conservatisme over ga nemen. Dat hoop ik voorlopig nog even van me af te zetten, hoewel het er
gisteravond weer op leek dat ik hard bezig ben mezelf boven iedereen te stellen. Allerlei blufferijen over m'n ervaringen met
corpsleden, die ik van die gemene opmerkingen naar hun hoofd heb geslingerd. En stoere verhalen over praktica e.d., maar ik moet
verdomd uitkijken hiermee, anders gaat iedereen mij een beetje van zich afstoten en dat is minder plezierig. Ik heb weer de ruigste
ideeën voor de padvinderij van de winter. Ik zal proberen een discoavond te organiseren met groep Menod. Dat lijkt me voor die
jongens wel erg leuk, maar ook zal ik proberen of Jolan van de zomer mee mag met kamp, maar daar kan ik geen voorspellingen over doen.
Ik denk dat onze schipper wel in eerste instantie erg negatief zal doen, maar daar zet ik me dan maar even overheen, want ik blijf
doorzeuren, hoop ik, als ik moed heb. Ik moet nu naar mechanica. Tot ziens.
Giedi
zondag 3 november 1974
Lieve Tinus,
Helemaal vergeten je te schrijven gisteren. Dom want het is best nuttig af en toe wat op te kalken, maar ik was gisteravond te duf om nog
iets te doen. Vreselijk moe van het werken heel de dag. Ik zit nu in de huiskamer van m'n vader en moeder om kwart over 5 in de middag.
Ik heb net afscheid van Jolan genomen voor een week weer. Dat gaat me steeds meer moeite kosten, maar nog eventjes dan is het kerst
en dan zullen we nog wel eventjes feest gaan vieren, denk ik. Maar laat ik het daar nog maar niet over hebben. Wat een walgelijk weer
is het vandaag weer zeg. Regen en nogeens regen. Ik ben even met Jolan naar de Rambonnet geweest om mń spulletjes in te pakken.
Slaapzak enzo. Die lagen er nog van van de zomer. Waardeloos gesprek met Pim gehad. Natuurlijk over zń boot enzo. Ik moest wel naar
boord, want anders hadden ze de hele boel in de war en door de war geschopt. Ik moet nu eten, maar zal vanavond op m'n kamer
nog wel wat schrijven, denk ik.
Zo, daar zit ik dan op m'n kamer. Het is 10 voor halfelf in de avond. M'n vader heeft me naar Delft gebracht. Eigenlijk wel aardig
van hem, dat hij me altijd elke zondagavond wegbrengt. Daar moet ik hem bij sint nicolaas maar eens extra voor belonen. Iets leuks
ofzo. Een paspoort voor taxichauffeurs waarin staat dat hij dit en dat moet doen om z'n cadeautje te vinden. Erg leuk zoiets.
Vanmiddag een pittige rotbui gehad. Een enorme discussie met m'n pa was er o.a. het gevolg van. Alles kwam op me af als een onweersbui
als je net lekker buiten in het gras ligt te vrijen met je vriendin. (Heb ik nog nooit gehad hoor, zo'n onweersbui, maar ik stel
het me zo voor.) Pim z'n geouwehoer zat me mateloos dwars en ik begon daarover tegen ma. Pa reageerde geheel onverwacht toen ik zei
dat Pim als maar probeerde Charley zwart te maken. Hij zei o.a. dat Charley nooit ene duvel uitvoerde als het op werken aankwam,
en en daar was ik het minder mee eens, want ik ben Charley van dichtbij gewend en hij schijnbaar van een nogal tamelijk grote
afstand. Ik kon me gewoon niet uitdrukken, dus hield ik verder mijn mond maar, want pa zat alweer te schelden. Ik dacht maar
niets en ben meteen na het eten als een gek m'n laarzen gaan poetsen. Altijd anders een vreselijk rotwerk, maar in mijn toestand
van daarstraks heb ik er niet veel van gemerkt. Ook de afwas verliep zonder moeite en tijdens die afwas heb ik eens even lekker
met ma kunnen kletsen zonder telkens kommentaar van Pa aan te horen. Trouwens, pa komt helemaal los. Hij kletst over alles en
nog wat mee. Alleen blijkt nu wel dat hij zich superieur voelt t.o.v. veel mensen, maar dat doet 'ie maar goed. Ik heb daar ook
nogal eens last van, maar loop daarna wel weer flink tegen de lamp, want het kommentaar van vrienden en vriendinnen blijft dan
meestal niet uit, zodat ik wel weer een beetje bijdraai. Ik heb er geen behoefte aan mijn pa bij te draaien, dus laat ik het
maar zo. Het is me trouwens opgevallen hoe bemoeizuchtig alle ouders van ons zijn. Ze willen precies weten wat we doen,
hoe we het doen, waarvoor we het doen en wanneer we het doen. En dat is bij sommige dingen weleens niet te vertellen, smoezen
verzinnen is dan ook een niet te onderschatten gevolg van deze ouderlijke nieuwgierigheid. Ze leren ons dus al vroeg jokken.
Och, och die domme ouders toch, maar ze bedoelen het altijd vreselijk goed. Vooral die pa en ma van Jolan. Ze willen dat ze eet
en ze willen dat ze niet zonder eten de deur uitgaat en ze willen ook nog dat ze magerder wordt. Gaat niet hoor ma Spuij.
Tegenstrijdigheden of cognitive dissonanties lost men alleen maar op d.m.v. het compromis en dat is in onze maatschappij
hetzelfde als godverdomme. Zakelijke rot Nederlanders met je krenterige mentaliteit. Och wat erg ik ben nu op mezelf aan
het schelden, want ik ben precies eender als ik hier in Delft zit. Ik kan het niet helpen, want mijn studie vraagt om
zakelijkheid en een wetenschappelijke aanpak. (Dat vraagt elke studie trouwens, dat laatste tenminste.) Bovendien komt er
nog een zekere mate van krenterigheid bij, want het rijk is toch zo gul voor studenten wat betreft studiebeurzen enzo.
Nou moet ik toegeven, dat ik er zonder studiebeurs moeilijk zou zijn gekomen, want m'n ouders kunnen alles niet betalen.
Vanmiddag heb ik eerst afscheid van Jolan genomen om een uur of 4 toen we terug kwamen van die padvinderij, maar dat was
zo'n trieste afloop in die regen, zodat ik het maar besloot over te doen bij haar thuis. Even gepraat met de fam. Spuij
ter handhaving en herstel v/h vertrouwen. Ik ga ze toch nog een keer op m'n kamer uitnodigen. Wie weet mag Jolan dan een
keer blijven slapen of zo. Daarna lekker even met Jolan alleen nog wat gekletst over lieve dingen. Maar daarna riep mijn
tijd weer, want die heb ik tegenwoordig als baas. De tijd is m'n hele leven. Ik moet rennen vliegen en wat al niet meer.
De tijd verziekt mijn hele leven op een haast ondraaglijke manier, maar ik zal nog even dapper volhouden. Als ik die
eerste tentamens door ben, zal het wel stukken beter gaan, hoop ik. Ik moet toegeven dat ik op het ogenblik wel een beetje
baal van de studie, maar ik ben wel zo'n eerzuchtig mannetje dat ik toch doorzet onder alle omstandigheden. Als ik het
desondanks toch niet kan bolwerken, weet ik niet wat ik zal doen, maar ik zal mezelf dan wel een vreselijke slappert vinden,
die iets niet kan wat hij wel zou willen kunnen en wat andere mensen wel kunnen, zoals die klootzak, lul en nog meer van
een Dr.ir.W. Stammers. Ik ken de man alleen van uiterlijk, en men mag niet afgaan op uiterlijk, maar het is me zo te zien
toch een zak zeg jeminee niet te geloven zo'n rotkop als die vent heeft, maar laat ik stoppen mezelf af te reageren het
heeft weinig zin en ik stik van de slaap. Tot morgen lieve Tinus.
Giedi
maandag 4 november 1974
Lieve Tinus,
Het is niet zolang geleden dat ik je geschreven heb, maar ik wil gewoon schrijven ook al heb ik eigenlijk niets te schrijven.
Meestal komen er wel allerlei gedachten tijdens het schrijven in me op dus besluit ik maar gewoon te beginnen. De rest komt
dan vanzelf wel. Ik ben op het ogenblik in de aula van de TH. Het is halféén in de middag en de instructies
mechanica zijn afgelopen. In tegenstelling tot de vorige week kon ik de instructies vandaag best volgen. Dat komt waarschijnlijk
omdat ik me geestelijk heerlijk uitgerust voel. Zowat het hele weekend ben ik mijn studie een beetje vergeten, geloof ik en dat
is op z'n tijd ook wel erg nuttig zoals nu blijkt. Vanmiddag hebben we instructie analyse. Dat valt allemaal best wel mee.
Analyse is niet zo moeilijk wat de sommen betreft. Als het om theorie gaat, heb ik wat meer problemen. Temeer daar ik niet
gewend ben abstract te denken. Ik wil alles concretiseren en dat loopt op sommige punten weleens goed spaak. Dan moet je gewoon
abstract denken anders kom je er niet uit. Het weer valt vandaag wel mee. Geen plensbuien en dat is dan voor mij al best,
want het enigste waar ik een gloeiende hekel aan heb is kleddernat geregend worden. Niets is tegen die ellende bestand.
Wat een koppen vanmorgen weer zeg. Allemaal duf uit hun ogen kijkend liep iedereen naar de banken en terug. Alles hetzelfde.
sleur, verveling e.d. Terwijl toch de stof altijd anders is. Wat ben ik eigenlijk blij dat ik nu nog niet hoef te werken, want
dan zou de stof ook nog iedere dag hetzelfde zijn. Ik ga nu even op m'n gemak eten. Tot vanavond misschien.
Zo dat is dan weer gebeurd. Het is 10:30 u. en ik baal van de studie, want ik heb net 3 uur achter elkaar zitten werken.
Een gemiddels mens kan per dag maar 3 uur vol concentratie werken, dus ik ben aardig uitgeput. Ik ga danook snel slapen nadat
ik m'n plantjes e.d. verzorgd heb. Morgen om 7 uur gaat de wekker weer en dan moet ik weer fit uit de veren springen. Laat ik
maar geen voorspellingen doen over de fitheid morgenochtend, maar die zal wel verre van fijn zijn. Niet getreurd, want ik trek
me er toch geen moer meer van aan. Ik ga gewoon door met werken. Alles om me heen kan stikken, zelfs m'n eigen lichaam
(figuurlijk) als ik aan het leren ben. Dus als ik aan het leren ben, heb ik geen last van vermoeidheidsverschijnselen.
Mooie theorie, maar hij gaat mooi niet op. Ik heb eens lekker zin om te dazen, want ik heb 3 uur exact zitten doen. Als reactie
daarop komt nij mij altijd een daasperiode. Lieve Tinus trek je maar niets aan van dat gedaas, want ik voel dat ik gek ga worden.
Ik dacht dat ik alles snapte van de computer, maar mooi niet. Het laatste programma dat ik heb gemaakt (en wat ik dus morgen ga doen)
heb ik lekker van iemand anders overgepend. Het gaat over array's. Nou, God mag weten hoe die dingen werken. Ik snap van het hele
programma danook geen moer, maar misschien dat de computer het snapt. Ik heb eigenlijk gewoon geen tijd voor dat computerpracticum,
maar ik moet het binnen twee maanden af hebben dus ik moet er wel aan werken hoewel ik er geen tijd voor heb want de tijd is mijn baas.
Ik ben m'n tijd niet meer de baas. De ene baas is de andere niet, vandaar dat mijn baas in tegenstelling tot de meeste bazen niets zegt.
Hij geeft alleen de tijd maar aan. Wat hij daarmee bedoelt, is voor iedereen verschillend. De baas 'tijd' is hetzelfde. De werknemers
interpreteren zijn opdracht alleen verschillend aangepast aan hun eigen leven. Word ik dan toch niet geleefd? Omdat ik me aan mag passen
bij mezelf? Ik begrijp mijn eigen geschrijf niet eens meer. Ik weet niets meer; ik klap dicht. Ik ben krankzinnig. Morgen misschien wel
over. Ik ga slapen. Ik hoop dat ik slapen kan. Als ik niet kan slapen zorg ik dat ik slapen kan, dus ik kan altijd slapen. Slaap is
noodzakelijk voor een mens. Een mens kan niet zonder slaap. Een mens zonder slaap is geen mens. Een slaap zonder mens is zielig, omdat hij
geen mens heeft. Een mens is een mens omdat een slaap een slaap is die slaap heeft als slaap mens is terwijl slaap slaapt mens
slaapt als de slaap de slaap voor de slaap terwijl de slaap slaapt als de mens de slaap op de slaap slaapt. Het slaapt allemaal.
Welterusten deus exmachina christia davincio. Er is maar &eacte;én vak, En dat is Philosofie. Tot over een paar uur. Ik slaap al.
Lieve Tinus,
Het is donderdagavond 5 november 1974.
Het is reeds kwart voor twaalf geworden, dus je begrijpt dat ik me niet geheel fit meer voel, maar dat hoeft niet te betekenen dat ik niet meer
kan schrijven. Ik heb een erge leuke middag gehad en die moet ik wel even vereeuwigen. Het vallen van m'n vulpen heeft hem ook geen goed gedaan
zoals je zal kunnen zien, maar hopelijk kan je het nog wel lezen, anders kijk je maar goed. Vanmorgen was het minder leuk. Alleen maar college en
instructie. Vanmiddag heb ik aan m'n computer gewerkt, maar tegen een uur of drie ben ik Eijte gaan halen. Hij wilde weleens zien hoe dat apparaat
werkte. Ik heb een programmaatje gedraaid toen hij erbij was. Daarna heb ik hem nog even het gebouw van Natuurkunde en Werktuigbouw laten zien.
Daarna zijn we uiteraard onder allerlei gesprekken over motoren e.d. gaan eten bij sociëteit Virgiel aan de Oude Delft. Daar bleek o.a. dat hij
z'n schoolonderzoek uitstekend heeft gemaakt, zodat al z'n zelfvertrouwen weer min of meer een beetje terug is. Ik weet echt niet wat ik gisteravond
had, maar ik kon al niet slapen ook. Halftwee was het toen ik in slaap viel geloof ik. Tegen negen uur vanavond ben ik bij Eijte op z'n kamer
geweest. Daar hebben we nog verder gezeurd over allerlei belangrijke en minder belangrijke dingen, zoals garages in Groningen en problemen betreffende
de collectieve voetbaltoto van verdieping 61. Ik heb een leuk trucje uitgevonden om muziek bijzonder goed te horen zonder dat iemand er veel last van
heeft. Het is wel nodig dat je een stereo installatie hebt. Plaats de boxen naast je op de grond aan elk oor &eacte;én (je moet dus wel op de grond
gaan liggen). Zet daarna de plaat of de band op. Het lijkt wel of je dan door het leeal zweeft zo mooi klinkt dat. Vooral Pink Floyd is er erg goed
mee te beluisteren. Je hoort alle details van het geluid. Het voordeel boven een koptelefoon (die eigenlijk op hetzelfde neerkomt) is dat je ten eerste
er geen eem hoeft aan te schaffen, ten tweede heb je geen last van knellende dingen op je hoofd. Ten derde hoef je niets op en af te zetten, maar hoef je
alleen de boxeb te plaatsen. Ten vierde hoef je de koptelefoon niet aan te sluiten door hem te wisselen met de boxen of via een extra aansluitkastje,
wat weer extra geld kost. Zo je ziet voordelen genoeg om i.p.v. een koptelefoon je boxen te gebruiken als koptelefoon. Je moet alleen je boxen niet
vast in je kamer ophangen, want dan heb je zo'n groot hoofd nodig. Ik ga nu slapen, want ik val zowat om. Welterusten
Giedi
Woensdag 6 november 1974, kwart over negen in de avond
Lieve Tinus,
Vandaag heb ik eens een echte 'werkdag' gehad. Vanmorgen om 8 uur zat ik al achter de ponsmachine. De hele dag door heb ik geen minuut stilgezeten en
vanavond om half zeven verliet ik het computercentrum van de TH. Je begrijpt dat ik me nu bijzonder moe voel, maar ik heb wel zin om het één
en ander op te pennen. Ik heb vandaag eigenlijk niet zoveel meegemaakt. Alleen toen ik vanmiddag even een kwartiertje vrij nam om wat krentebollen op te
eten, deed ik, nadat ik al 3 krentenbollen ophad, een walgelijke ontdekking. Ik had net een nieuw boek over analyse aangeschaft, dus al mijn aandacht was
op dat boek gericht toen ik de eerste krentenbollen naar binnen werkte. Bovendien had ik een reuze honger, dus kon het me eigenlijk niet zoveel schelen
wat ik at. Achteraf bleek er toch wel een vreemd luchtje aan die krentenbollen te zitten, maar ik besteedde er om bovengenoemde redenen weinig aandacht
aan. Toen was opeens het boek doorgebladerd en al mijn aandacht ging van het boek over op de krentenbollen, waarvan ik er toen reeds 3 ophad. Tot mijn grote
verbazing bleken de krentenbollen (2 stuks) die nog in het plastic zakje lagen nogal wat beschimmeld. Ik kotste het zowat uit. In m'n dufheid had ik al 3 van
die schimmelballen naar binnen zitten werken. Ik heb daarna maar flink wat melk gedronken om het gif te reduceren, maar ik vond het zoiets walgelijks dat ik het
wel even op moest schrijven. De hele middag hebben we praktisch werk gehad. Achter een draaibank staan is enorm vermoeiend en alles gaat zo langzaam. Aan een
stukje van een microskoop, dat nog geen 3 bij 3 bij 2 cm is heb ik 5 uur staan pielen om het op maat te krijgen. Op de technische school (LTS) is het ook niet
alles rpozengeur en manenschijn bemerk ik, want daar doen ze dat hele dagen, die arme jongens. Nou kan ik begrijpen waarom Rob Zilver dat niet eens kon volhouden,
want je moet nog verdomd hard werken. Van studeren komt vanavond waarschijnlijk niets want ik val al in slaap bij de gedachte. Wel heb ik nog even een
computerprogrammaatje van Rob Timmermans overgeschreven. Ik kwam hem vanmiddag tegen en ik had toevallig dezelfde opdrachten als hij. Dat kwam mooi uit, want
ik moet een opdracht gaan doen waar ik werkelijk geen hout van snap en om nou uren in de boeken te gaan snuffelen om zo'n probleempje op te gaan lossen, heb ik
ook weinig zin in. Bovendien leer je van overschrijven net zoveel als van aan een assistent vragen. Bovendien gaat het stukken sneller, want de assistenten zijn
toch altijd bezet. Mijn dichtkunst laat het de laatste tijd flink afweten. Hoe dat komt, weet ik niet. Wel heb ik er enige verklaringen voor, maar of die goed zijn,
weet ik niet. Allereerst komt de exactheid van mijn studie natuurlijk weer op de proppen. Alles wat literair in mij aan het groeien was, dooft langzaam uit.
Ik heb geen tijd, of wil misschien wel geen tijd nemen om literaire werken te gaan lezen. Die waren altijd wel een bron van inspiratie voor me. In de tweede plaats
is er het feit dat ik het huis van m'n ouders min of meer uit ben. Mijn ouders waren eveneens een bron van inspiratie voor mijn gedichten, want meestal reageerde ik
me af op één of andere wantoestand. Ik heb de laatste tijd tijd echter niet zoveel wantoestanden meer en om nou één of ander zoetsappig
idyllisch iets op papier te gaan zetten past totaal niet bij mijn persoon. Ik vind het wel leuk lief te doen tegen Jolan, maar om die toestanden zo romantisch
mogelijk op papier te zetten, zie ik eigenlijk niet zoveel heil in. Bovendien verlies ik dan op laatst toch alle kontakt met de werkelijkheid, wat hier in Delft
erg gevaarlijk is. Ik bedoel: het is gevaarlijk te impulsief op allerlei exacte dingen te reageren. Je moet hier alles toetsen aan het verstand, de Ratio.
Eigenlijk wil ik twee dingen tegelijk zijn. Exact, om in Delft te kunnen studeren; impulsief om te kunnen leven. Ik denk dat ik het impulsieve nu een beetje
op de achtergrond heb gedrukt. Dat is volgens mij fout, vandaar ook dit dagboek. Het geeft me tenminste weer de mogelijkheid impulsief te reageren op allerlei
dingen die om me heen gebeuren. Wel probeer ik het steeds exact aan te pakken, wat alweer een bewijs is voor de sterke degradatie die ik hier aan het ondergaan
ben. Ik denk dat ik dit alles wel weer een beetje zal gaan ophalen (impulsief reageren e.d.) wanneer ik eenmaal Philosofie aan het studeren ben. Laat ik eens
even uitrekenen hoever ik daar nog van afzit: Ik doe over m ń studie 6 jaar --> ik heb 1/3 jaar gehad, dus ik moet nog 5 2/3 jaar. Er is al een stukje af, zo je ziet.
We gaan langzaam maar zeker steeds een stapje verder in de richting van mijn levensdoel: alles te leren begrijpen door denken, gedachten en fantasieën.
De essentie van het leven proberen te bereiken. Namelijk het denken over alles en nogwat. Nu denk ik alleen over allerlei natuurkundige probleempjes na.
Een goede oefening!!! Welterusten
Giedi
Lieve Tinus,
Het is donderdag 7 november 3 uur in de nacht of vrijdag 8 november 3 uur in de ochtend. Mijn schrijven is niet zo gedisciplineerd omdat ik net naar een fuif ben geweest.
Ik heb daar nogal veel gedronken en ik heb nu een enorme slaap. Dadelijk om 7 uur gaat de wekker en ik hoop dat ik er van wakker word, want anders zal ik een paar
colleges mechanica moeten missen. Ik heb net een brief aan Tinus geschreven van 4 halve computervellen vol. Het was een heel karwij, maar ik heb eens even heerlijk
mijn hart kunnen luchten in die brief. Ik ben benieuwd wat ik er voor reactie op zal krijgen. Het feest van vanavond was tussen twee haakjes van Nico Karsemijer.
Een erg geschikte kerel die 19 jaar werd en dit wilde vieren, hetgeen we ook gedaan hebben. Neil Diamond staat op het ogenblik zachtjes aan en ik heb het idee dat
ik zo de hele nacht wel door zou kunnen schrijven totdat ik weer nuchter ben, maar ik ben bang dat het schrift dan onleesbaar is als ik dadelijk weer opsta. Niet getreurd,
want één of andere psycholoog zal er wel achter komen wat ik evt. bedoeld zou kunnen hebben. Ik voel me nu erg lekker. Je zou kunnen zeggen dat ik in de
4-de dimensie leef ofzo. Ik zie de letters als blokken en een schrift zie ik echt 4 dimensionaal. Hoe je je dat voor moet stellen, zou ik echt niet weten, maar je
zou het eens met een krat pils kunnen proberen. Misschien dat de hoogleraren zich op die manier een voorstelling maken van allerlei moeilijk te voorstellen dingen.
Het is in ieder geval wel een goede methode. Plug en Plugge waren al naar bed, maar ze hebben gelukkig de deur open gelaten, zodat ik naar binnen kon. Ik heb daarna de
deur weer ijverig op slot gedraaid. Dit willen ze vermoedelijk hebben vanwege de dure spullen die ze hier hebben staan, want er staat me toch een berg antiek.
Laat ik eerst voor ik het vergeet de kamer en het huis even beschrijven waar ik geweest ben:
Het huis staat onder beheer van een nogal sympathieke huisbaas, met wie volgens mij best wel iets te regelen valt, want de politie is aan de deur geweest vanwege de herrie
en hij vond het niet eens erg ook. Die jongen z'n kamer was niet groter dan 2 bij 2,5 m, maar het feestje hielden we op de zolder, waar het best wel gezellig was.
Hij had daar enkele matrassen liggen, waar we lekker op konden zitten en hij had een voorraad pils waar je eng van wordt als je er maar genoeg van opdrinkt.
Tegen Rob en Kees heb ik erg onaardig gedaan, maar dat komt waarschijnlijk omdat ze vreselijk exact aanggelegd zijn. Tegen Timo heb ik die mop van die belgen en dat gat
verteld. Hij snapte hem niet, waarschijnlijk omdat hij een erg realistische kijk op allerlei zaken heeft en zich niet kan laten gaan.
Ik heb het gevoel dat ik zo nog uren door kan schrijven, maar ik doe het niet. Ik ga slapen, want dadelijk moet ik weer naar mechanica. Welterusten
Giedi
Vrijdag 8 november 1974.
Lieve Tinus goede morgen zeg! Het is reeds acht uur in de morgen en je zult begrijpen dat ik gezien de ontwikkelingen van vannacht bijzonder wakker ben. Daar komt nog de
kater van de drank bij. Ik zweer hierbij dat ik nooit meer ene druppel alkohol zal aanraken (misschien). Het is vreselijk koud buiten, maar hier in de aula van de TH
wordt alles zo'n beetje op 20 graden gehouden en dan ben je zo weer bij. Ik heb nog steeds geen goed middel tegen katers gevonden. Ik ben wel vreselijk met mezelf aan
het experimenteren. Voordat ik naar bed ging vanmorgen heb ik eerst een beker melk genomen en toen ik vanmorgen ook weer opstond twee koppen thee en een beker melk,
maar het mocht helemaal niets baten. Het rotgevoel blijft en ik zal er morgen best wel weer vanaf zijn, denk ik. Daar komt bovendien nog bij dat ik vannacht m'n wekker
verkeerd had afgesteld, zodat ik al om halfzeven de luiken moest gaan openen. Wat een feest was dat gisteravond zeg. Gewoon walgelijk als ik er eigenlijk achteraf
op terugkijk. Geen enkel meisje te bekennen. (Zelfs niet om even mee te praten.) Allemaal TH mensen op één na, die zich dan ook niet helemaal op z'n gemak
voelde. Er was er één van de richting Elektrotechniek en de rest was allemaal Technische Natuurkunde. Niet te geloven, eigenlijk. We hebben wel vreselijk
gelachen om allerlei lullige dingetjes, maar als ik er achteraf op terugkijk, heb ik weleens betere feestjes gehad, wat natuurlijk niet wegneemt, dat dit feestje in
iedere geval beter was dan na afloop van zwemmen nog even wiskunde sommetjes maken of zoiets. Ik zal nog even iets vertellen over die brief, die ik naar Tinus heb
geschreven. Vannacht heb ik geloof ik al getracht het één en ander op papier te krijgen, maar het schrijft verdomd moeilijk als je wat gedronken hebt.
Enfin, niet getreurd, hier komt het:
Ik heb Tinus geschreven omdat ik gistermiddag, nadat ik m'n kamer voor het eerst in negen weken schoon had gemaakt, ineens een aantal oude brieven door heb zitten
lezen. Daarna kreeg ik de behoefte te moeten schrijven. Waar dat ineens door kwam, weet ik eigenlijk niet, maar het moest gewoon. Na anderhalf uur schrijven moest ik mezelf
gewoon afremmen anders was ik tot diep in de nacht blijven pennen, en bovendien werd mijn hand nogal vreselijk lam, zodat ik wel moest stoppen. Van David en Adrie kreeg
ik gisteravond een complte maaltijd toegeschoven, zodat ik daar ook niet al teveel zorgen over behoefde te hebben. Je ziet: alle omstandigheden waren aanwezig om aan
één stuk door te werken. Even koffie kopen, want het is halfnegen. Zo, dat zal smaken zeg. Alhoewel, ik heb net een slokje genomen, maar als je een kater
hebt, smaakt er niets, dus het ligt aan mij zullen we maar zeggen. Nadat ik die brief aan Tinus heb geschreven heb ik nog een programmaatje voor de verkenners gemaakt
voor morgenmiddag en toen was het al weer tijd om te gaan zwemmen. Wat er na het zwemmen gebeurd is, staat hiervoor reeds in geuren en kleuren verteld. Ik ga lekker
mijn koffie opdrinken en dan 'fijn' naar mechanica. Tot ziens lieve Tinus.
Giedi
****************************************************************************************************
(Doet de computer ook altijd, dus waarom ik niet!)
Lieve Tinus,
Het is zondag 10 november en ik zit alweer op m'n kamer in Delft. Ik ben je het hele weekend vergeten. Mijn studie eigenlijk ook. Niet dat jij een onderdeel van mijn studie
zou zijn, maar je bent wel een geweldig hulpmiddel bij m'n studie, vandaar. Daar komt bij dat ik je in het weekend minder hard nodig heb dan door de weeks. Dat neemt niet weg
dat ik niet zou kunnen schrijven in het weekend, maar dan heb ik totaal geen lust tot schrijven. Allereerst ben ik vrijdagavond maar eens bij Jolan geweest. Hoop gezeur van ouders,
maar dat is van geen belang bij de enorme lol en plezier die ik dan met Jolan heb. Welliswaar was ik vrijdagavond wat duf te noemen, maar dat was niet zo erg achteraf.
Zaterdag ben ik om 9 uur opgestaan en heb de hele dag lopen rennen. Allereerst was er m'n pa met z'n boot, waar nog enige lekkages verholpen moesten worden. Het zat
een beetje tegen, zodat ik veel te laat weer naar huis ging. Snel eten en weer naar de pasvinderij. Daar wachtten me enige moeilijkheden, maar ze waren niet
noemenswaardig te noemen. Enig gezeur van de schipper, maar dat is gewoon aan boord bij ons. Trouwens, er kwam vrijdagavond bij Jolan een wel iets groter probleempje
aan het licht. Ze vind slapen (bvb) in het weekend een tijdverspilling omdat ze tijdens die uren van slaap zoveel leuke dingen met mij zou kunnen doen.
Dat heeft ze zeer sterk nu ik in Delft zit. Ik zou nu bij god niet weten, wat ik eraan zou kunnen doen, maar ik zal er eens goed over nadenken. Zaterdagavond weer naar Jolan.
Ik krijg er gewoon niet genoeg van. Wel te begrijpen, vind ik. Even nog verder gepraat over allerlei probleempjes en verder veel lol gemaakt. Zondag (vandaag) verliep uiterst
waardeloos. Ik had nergens zin in en niets was goed. Bovendien had ik enorme spierpijn in m'n armspieren vanwege de werkzaamheden aan pa's boot, maar ja ik ben er nu nog
en ga snel pitten, want ik ben bekaf. Welterusten.
Giedi
Lieve Tinus,
Het is maandag 11 november 1974, maar ik heb geen zin om te schrijven, want het is 11 uur in de avond geweest en ik heb Jolan net een brief geschreven. Daarom verwijs ik voor
bijzonderheden van deze dag (door dominee J.J. ten Kate Drecht) naar de brief van 11 november 1974 aan Jolan Spuij, Wilbertoord 155, Rotterdam. Als deze brief onvindbaar is,
ga je maar heel hard huilen hoor! Dan komt hij vast wel. Daaaaag.
Giedi
12 november 1974
Lieve Tinus. Het is op het ogenblik halftwaalf in de avond en ik heb vanavond weinig aan m'n studie kunnen doen omdat ik mijn wekkercassetterecorder vanavond heb
afgemaakt. Hij werkt uitstekend. Morgenochtend precies om 7 uur is het de bedoeling dat het geval afloopt dwz. dat mijn cassetterecorder gaat spelen. Als dat niet het
geval is, zal ik wel te laat op college komen, maar dat zou dan de eerste keer zijn in mijn 'hele' studieloopbaan. Vanmiddag zijn we met de mentorgroep naar de
vakgroep akoestiek (geluid) geweest. Het was wel een spectaculaire excursie, omdat we in een ruimte zijn geweest waar de nagalmtijd 15 s bedroeg. Als je je ogen
dicht deed leek het net of je in een enorm grote kerk stond. Heel ingenieus zat dat kamertje in elkaar. Er was geen enkele muur evenwijdig aan de andere, zodat het
net leek of je in één of ander kunststuk beland was. In die kamer deden ze proeven met de geluidsabsorbering van tapijten e.d. Er waren bovendien
allerlei ronde borden opgehangen. Zo willekeurig mogelijk, om het geluid geen kans te geven te absorberen of te interfereren, zodat het snel uitdooft.
Als donderslag bij heldere hemel zijn we toen naar de 'dode kamer' gegaan. Dat is een kamer die alle geluid van b.v. een stem totaal absorbeert. Je krijgt het gevoel
in een grafkist te zijn aangekomen. Een soort graftombe van een Farao ofzo. Meer dan eng. Daar komt nog bij , dat je op een soort gaas loopt, want de bodem mag
natuurlijk totaal geen geluid weerkaatsen. Alle zes de wanden waren bekleed met wiggen van schuimplastic, die een donkerbruine kleur hadden. Het gaas waarop we liepen
veerde bovendien nog angstwekkend, zodat alles erg kil overkwam. Je kon zelfs je eigen hart horen bonzen en je ingewanden horen knorren; van binnenuit dan wel te verstaan.
Als de rondleider iets zei en je stond achter hem, kon je hem haast niet verstaan. Een behoorlijk gekke gewaarwording. Ik denk dat ik mijn kamer ook nog eens zo ga
bekleden, want daar kan je gek van worden, zeggen ze en dat wil ik graag. Verder zijn er vandaag geen schokkende gebeurtenissen geweest, alleen nog dat Rob
(uit Nijmegen) een hele verzameling Pink Floyd platen heeft, die ikk binnenkort toch wel denk over te gaan spelen. Welterusten.
Giedi
Lieve Tinus,
Het is woensdagavond 13 november 1974. Ik voel me eenzaam. Ik zou nu het liefst bij Jolan zijn. Ik heb Boudewijn opstaan. Ik heb slaap. Ik kom uit bepaalde wiskunde sommen
niet. Ik ben net in bad geweest. Ik ben bij Charley geweest. Ik constateerde dat Charley niet thuis was. Ik heb afgewassen. Zo dat was dan weer alles eruit geflapt.
Ik heb een brief van Jolan gehad. Toch lief, want ze zal het best wel druk hebben met al die repetities. Daar stond in dat Eric nog steeds niet van gedachten is veranderd.
Volgens mij heeft hij Mar een vreselijke smoes gegeven om zelf met de minste kleerscheuren weer van haar af te komen. Wat heeft Mar een pech zeg met al die waardeloze
gasten. Ik zal ze maar niet de revue laten passeren, want dat is minder plezierig en bovendien ken ik alleen hun namen, zo kort heb ik ze gekend. Jammer, maar laat Mar de
moed maar niet opgeven, er lopen nog genoeg figuren rond, die wat geschikter zijn volgens mij. Ik krijg een steeds sterker verlangen naar huis als de week verder vordert.
en dit wordt erger naarmate ik langer in Delft zit. Ik heb er geen verklaring voor, maar misschien ben ik wel eens hard aan vakantie toe, want het duurt allemaal wel
ontiegelijk lang nu en al deze gedachten vlak voor een tentamen foei! het zal vast mislopen. O ja, begin ik me nu vast druk te maken, nou ik hou het hoofd onder alle
omstandigheden koel hoor! Vanmorgen ben ik me werkelijk een ongeluk geschrokken van m'n zgn. cassetterecorderwekker. Het apparaat had ik natuurlijk de avond ervoor
veel te hard afgesteld. Daar moet ik voortaan toch maar een beetje rekening mee houden. 's-Morgens ben je weer veel gevoeliger voor lawaai dan 's-avonds schijnbaar.
Zou een leuk onderzoek kunnen zijn, maar ik mag voorlopig nog niet aan onderzoeken denken, want eert moet ik heel erg veel theorie bestuderen, voordat ik eindelijk eens aan
wat onderzoekwerk kan gaan doen, nu ja ik wacht wel rustig af, alles op zijn tijd, niet waar? Alleen heb ik het gevoel, dat m'n hoofd steeds voller komt te zitten,
maar dat had ik bij het leren van engelse woordjes enzo ook, dus daar zal ik me maar niet teveel van aantrekken. Ik ben benieuwd wanneer ik een brief van Tinus krijg,
bedenk ik me nu ineens. Misschien wel helemaal nooit meer, want ze kan best totaal een andere kant opgeslagen zijn, zodat ze ons niet meer begrijpt in onze brieven,
maar laat ze dan in godsnaam wat van ziich laten horen. Misschien ben ik wel veel te ongeduldig omdat ik behoefte aan contact heb op het ogenblik. Wat waardeloos dat
Charley niet thuis was zeg, nou ja een andere keer beter hoor. Morgenavond ga ik naar een soort contactavond voor de padvinderij. Allemaal padvinders, dus wat wil ik
nu nog meer? De hele avond lekker kletsen en praten. Ik zal me op aanraden van Jolan maar niet teveel voorstellingen maken van die avond, want dan valt het altijd enorm tegen.
Daarom ga ik er maar gewoon lekker apatisch heen. Zonder voorstellingen e.d. Vanmiddag zijn we de hele middag aan het draaien geweest. Mijn onderdelen voor de microskoop
zijn bijna klaar. Alleen nog wat gaatjes boren e.d. Best leuk werk en nog eenvoudig ook. Ik denk dat ik maar naar de LTS ga, want dan kan ik tenminste lekker met m'n handen
prutsen. Alhoewel ik had vanmiddag wel flink pijn in m'n rug en ik was vreselijk moe. Dan maar even doorzetten met m'n studie. Ik kan het best, hoop ik.
Welterusten Tinus en bedankt voor de aandacht. Ik heb het nodig.
Giedi
Lieve Tinus,
het is al 19 november 1974. Ik ben je gedurende 6 dagen min of meer vergeten. Hoe zou dat komen? Misschien heb ik wel 6 dagen doorgemaakt waarin ik je helemaal niet
nodig had? Jolan d'r ouders zijn gisteravond geweest en we hebben over allerlei dingen zitten praten. Misschien bevordert het onze vrijheden wat. Ik heb totaal geen
zin om na te denken wat ik opschrijf, zodat er soms weleens enige wartaal op papier zal komen te staan, want ik heb de hele dag de kunst der kunsten zitten bedrijven
de zgn. wiskunde, alleen jammer dat de wiskunde zich zo beperkt, maar ja, dat weet een echt wiskundige waarschijnlijk niet. Het is 8 uur in de avond en ik heb
een koppijn van hier tot gunter van al die achterlijke stellingen, definities en theorema's. Het is ongelofelijk hoe saai dat wiskunde kan zijn, maar ik moet toch
alles even in m'n hoofd stampen vanwege de tentamen toestanden enzo. Ik wil tenslotte o zo graag ingenieur worden en daar moet je wel het nodige voor leren.
Dat is allemaal niet zo erg hoor, want leren vind ik wel leuk. Zouden er geen tentamens zijn, dan zou ik ook minder snel leren, kortom tentamens zijn zeer nuttig voor me,
vanwege het hoge leertempo. Laat ik maar stoppen over tentamens en eens even iets anders voor de dag halen. M'n hoofdpijn begint al lekker te zakken en ik ga eerst
Jolan even opbellen. Niet thuis balen zeg, nou ja, zeker iets aan de hand met d'r overgrootpa ofzo, want anders is er bij Spuij altijd wel iemand thuis, die het
één en ander kan vertellen over het verblijf van mijn allermooiste, liefste en nog meer vriendin. Wat hebben we scènes met die Mar gehad zeg.
Nou ja, scènes, meer problemen. Eric, haar allerhoogste op aarde te bereiken op dit moment geloof ik, komt nogal dikwijls in de Hietkamp; een gebouwtje zoals
de meeste jongeren sociëteiten met muziek enzo. Om de één of andere reden wil Eric Mar liever niet meer zien. Eric geeft als reden op: Ik wil mijn
verleden vergeten (veel drugs gebruikt) en een nieuw leven opzetten. Daarbij zou hij al zijn oude kennissen overboord zetten, maar dan zou hij niet meer in de Hietkamp
moeten komen, maar dat bleek afgelopen zaterdag niet. Hij was er wel. Volgens mij leeft die jongen in zo'n andere wereld als wij, dat hij zichzelf gewoon niet met onze
manieren van ontspanningen en liefde zoeken kon verenigen en daardoor min of meer een soort smoes heeft verzonnen om zodoende ons niet te kwetsen ofzo. Daar ben ik
eigenlijk nog niet zo erg achter, waarom hij die reden heeft verzonnen om van Mar af te komen, want afgelopen zaterdag is wel duidelijk gebleken dat hij nog veel meer mensen
kent dan Mar alleen. We zijn (Mar, Jolan, Yvon + broer en ik) afgelopen zaterdag nl. naar die Hietkamp toegeweest, omdat we Mar niet alleen met haar moeilijkheden
betreft die Eric wilden laten zitten. Enfin, toen we er binnen kwamen, leek alles heel geweldig te gaan. Er waren daar wel wat oude vrienden van Eric, die Mar allemaal
zowat kende vanwege haar onderzoek, maar Eric zelf was niet te bekennen. Gelukkig maar, dachten we, want dan zou ze hem misschien wel een beetje vergeten of nee, dat is
eigenlijk niet de juiste formulering. Ze zou misschien een beetje geloofd hebben dat Eric werkelijk een nieuw leven wilde beginnen, maar toen we er nog geen uurtje zaten,
kwam daar als donderslag bij heldere hemel die Eric gewoon binnenstappen. En toen waren wij er ook en toen voelde ik, en achteraf Jolan ook, me zo waardeloos. Net alsof we
nu Eric in één of andere val hadden gelokt. Zoiets als: 'Zo jongetje, jij wou toch een andere leven beginnen hè, wat doe je dan nog hier? We gaan al je
gangen na hoor, wat je maar uithaalt, wij zullen het te weten komen'. En op een gegeven moment leek het wel of iedereen zo over ons dacht. Ik voelde me belazerd en wilde wel
zo naar buiten rennen; gelukkig hield Jolan me tegen, anders was Mar het vertrouwen in mij ook al kwijtgeraakt. Eén keer in Amsterdam was al genoeg. Ik heb toen een
uur stoned in een hoek gelegen helemaal apathies nergens me iets van aantrekkend, totdat ik Jolan hoorde zeggen: 'Giedi, doe alsjeblieft iets, want ik voel dat ik hier
gek ga worden'. Ik maar een pilsje gekocht. En toen heeft Jolan eens even lekker op mijn arm uitgehuild over alle spanningen die zich in haar opgehoopt hadden.
Ze kon en moet min of meer wel met Mar meevoelen, omdat ze de hele week met haar omgaat en ze wil mijn gedachtengang wel als coorect beschouwen, omdat ze een beetje
gek van mij is. En dat is altijd verdomd ingewikkeld. Mar alleen laten volgende week (want die wil weer naar de Hietkamp)
Het is inmiddels halftien in de morgen van 20 november en ik zag daarnet, dat ik helemaal vergeten was gisteren m'n dagboek af te sluiten vanwege telefoons enzo.
Nou, ik heb lekker geslapen hoor, dus tot ziens.
Giedi
Ja ja lieve Tinus,
Het is 5 uur in de ochtend van donderdag. Ik ben om 7 uur gisteravond naar Charley gegaan om 'even' koffie te drinken. Tot mijn stomme verbazing ben ik er maar liefst
10 uur geweest. Nou ja, af en toe wat oraten is best weleens nuttig! Welterusten!
Giedi
Lieve Tinus,
25 november 1974. Zo dicht bij Sint Nicolaas al en ik heb er nog niets aan gedaan. Het is 4 uur in de middag en ik heb zin om iets te schrijven, dus waarom zou ik
het niet doen? Het tentamen Analyse is redelijk afgelopen hoop ik en ik zou nu met m'n Mechanica tentamen bezig moeten zijn, maar ik heb eigenlijk niet zoveel zin.
Ik heb daarnet allerlei adressen in m'n adressenboekje zitten schrijven. Ik had ze gevonden en dat moest nog steeds gebeuren. Het weekend is nogal lekker gelopen.
Veel lol met Jolan en Mar gehad en ook nogal wat ernstige gesprekken. Jolan en ik hadden een plannetje verzonnen om Mar aan Peter Dane te koppelen. De avond
voorafgaand aan de grote avond echter had Mar ons door. Er moest volgens haar iets aan de hand wezen. Natuurlijk hielden we vol van niet, maar moesten het na
een tijdje toch opgeven omdat Mar ons echt helemaal door had. Niet erg vond ze het geloof ik. Nou ja, we zullen wel zien hoe het verder gaat. Ma vindt (mijn ma)
dat Jolan, Mar en ik ons zo afzonderen i.v.m. zaterdagavond toen we weg gingen omdat Els ons zo lelijk aankeek. Is dat nu echt zo? Zonderen wij ons zo erg van
iedereen af? En is dat erg als dat zo is? Ik weet het eigenlijk niet. Nou we zullen wel zien hoe het afloopt. Gisteravond ben ik bij HRKT Hillebrand geweest.
Wat over wiskunde geluld natuurlijk. Ook nogal wat andere verhalen vooral over het onderwijs. Wat een zielig mannetje is die HRKT eigenlijk zeg. Hij woont nog
bij zijn moeder thuis en wordt daar samen met zijn broer nog als een kind behandeld. Nou ja, toch leuk om zoiets eens te zien. Die man is gewoon altijd kind
gebleven. Zielig. Misschien schrijf ik vanavond nog wel.
Niets meer van gekomen helaas. Visite gehad tot 1 uur. Welterusten.
Giedi
half tien in de avond 26-11-74
Lieve Tinus. Eindelijk heb ik nu eens een vol uur voor je uitgetrokken, waarin ik van plan ben te gaan schrijven in m'n dagboek. Ik weet echt nog niet waarover
het allemaal zal gaan, maar ik heb echt zin om te schrijven en als ik daar zin in heb, lukt het meestal wel goed. Allereerst ga ik vertellen dat ik Pink Floyd
(Darkside of the Moon) op heb staan. Lekker een muziekje dat helemaal bij de mijn stemming van dit moment past. Die LP heb ik van Mirjam overgenomen, geloof ik.
Zonder krassen was hij toen nog. Ik ben benieuwd hoe dat ding er nu uitziet. Misschien wil ze wel een bandje van mij overnemen omdat die LP niet meer om aan te
horen is. Gistermiddag heb ik wel een aantal problemen aangesneden, maar ik heb ze eigenlijk nog lang niet diep genoeg behandeld. Allereerst wil ik nog wat uitweiden
over dat bezoekje aan Hillebrand. Hij komt en kwam me op school altijd bijzonder volwassen gedragend over. Altijd netjes in overhemd, keurig alle regeltjes volgen
die een volwassen heer dient te volgen. (Ik kan hier zo gemakkelijk over praten omdat ik toch nooit volwassen hoop te worden.) Eerst heb ik even gezocht naar de
Paulus Potterstraat, maar eenmaal gevraagd had ik hem toch gevonden. M'n brommertje op slot gezet en toen belde ik aan. Het duurde even voordat er open gedaan werd.
Ma Hillebrand verscheen aan de deuropening en zei dat haar zoon gezegd had dat er die avond iemand voor hem zou komen, dus ik werd vriendelijk ontvangen. Ik had
mijn leren jas aan vanwege de kou. De kapstok hing wel hoog en stevig genoeg aan de muur, maar er stond een kastje onder of zoiets, dus mijn lange leren jas
paste er niet tussen. Ik heb toen het ding zelf maar even opgehangen. De gang was helemaal gevuld met mijn brommer attributen. Wel leuk eigenlijk.
H (Herman, B=Bart, broer van H) was intussen gearriveerd in de gang en stak zijn rechter hand naar mij uit, die ik natuurlijk niet zomaar in de lucht wilde
laten hangen. Ik werd vriendelijk verzocht de huiskamer te betreden. Eenmaal binnengekomen begreep ik de wat koele ontvangst, want H en B zaten naar het
voetballen te kijken. Iedereen kent Nico Kerkum natuurlijk? Zo gedroegen ze zich ongeveer onder het voetballen kijken. Heel erg kinderlijk, mag ik wel zeggen.
De TV stond in de eettafel hoek (zeer praktisch), zodat ik op een hoge stoel kon plaatsnemen. H zelf zat in een oude stoel, maar wel zeer groot (2x zo breed
als hijzelf) en B zat ook op een hoge stoel. Er deden zich tijdens het voetbalkijken geen verdere excessen voor, zodat ik na het voetbalkijken maar verder ga.
O, nee, onder het voetballen heb ik de kamer uitvoerig bestudeerd, en het zag er allemaal heel gewoontjes uit. Niets bijzonders eigenlijk. Onder het voetballen
kijken kreeg ik ook nog een kopje koffie aangeboden. Van tevoren werd er door MaHRKT gevraagd of ik er suiker en melk in wilde. Ik zei dat ik geen van beiden
wilde, maar er zat toch wat suiker in, zeker vanwege haar eigen voorkeur? Ook onder het voetballen kijken kwam er één of andere tante van
H en B mij een hadje geven. Zeker uit één of ander donker hoekje tevoorschijn gekomen, ik weet het niet. Naarmate het voetballen vorderde
kreeg ik er meer de balen van en het leek wel of H dat merkte. Hij voelde of ging zich toch wel wat bezwaard voelen, geloof ik omdat hij naar de buis
zat te kijken. Toen eenmaal het voetballen weg was en de TV uit begon het gesprek. H: 'Hoe was het met dat tentamen analyse, Gied?' 'Je weet wel van
afgelopen vrijdag'. Nou, ik had natuurlijk dat tentamen meegenomen om in eerste instantie toch maar iets te praten te hebben en daar begon hij er
waarachtig zelf over. Wel geinig. Ik vertelde dat ik niet uit som 4 was gekomen. Natuurlijk pakte H direct een blaadje om het sommetje aan me voor te doen.
(We zaten nog steeds aan de eettafel, waar volgens mij een deken overheen lag.) Broer B bemoeide zich ook al heel snel met de sommen, zodat we gedrieën
over de wiskunde gebogen zaten. Na een kwartiertje vroeg MaH: 'Jongens, moeten jullie nog werken vanavond?' Toen dit ontkennend werd beantwoord, vroeg ze of
de TV dan weer aan kon omdat ze iets wilde zien. H en B protesteerden wel wat, want ze waren nu met hogere wiskunde bezig, maar aangezien MaH nog altijd
de bass is in huis, ging het TV Toestel weer aan. Ondertussen waren H en B stevig in discussie over het som 4. Ze raakten steeds dieper in het moeras, maar
dat merkten ze zelf niet. Na 3 kwartier ploeteren waren ze eruit. Ik had nog willen opmerken dat het examen 3 uur duurde en dat we 6 sommen moesten maken,
zodat we per man niet meer dan een halfuur per som hadden, terwijl zij er anderhalve manuur over hebben gedaan, maar dat ging me toch iets tever en bovendien
vond ik het nogal zielig. Over zielig gesproken. Iedereen bij H in huis moet altijd gelijk hebben. Zielig hè?
Toen we nog enige tijd aan het tentamen van mij hadden geknutseld, kregen we voor de 2de maal koffie en koek (lekker jôh!). Na het tentamen bespreken
wilde H persé nog dat ik zijn pickupje even ging aansluiten. B was behulpzaam, zodat alle spullen (boxen, pickup e.d.) snel van boven naar beneden waren gehaald.
Even een stekker eraan en de zaak was gepiept. Alles liep als een trein en het eerste pilsje kwam. H nam Martel cognac en B hield het bij limonade. Nadat de pickup
en de boxen op zijn plaats stonden, werd besloten dat de ene box naar het andere eind van de kamer moet. Kosten voor de verlengkabel achteraf: Hfl 13,90.
Was dat nou wel zo nodig? Ik heb inmiddels dat verlengkabeltje gemaakt, vandaar. Toen alles god zei dank klaar was, hebben we onder het nuttigen van een tweede pilsje
(ja, ja) nog even zitten kletsen over onderwijsproblemen in Atheneumklassen. B hield nu voornamelijk z'n mond en H lulde maar raak. Waarschijnlijk van de Martel.
Er was nog een defect bandrecordertje, maar daar heb ik me nog maar niet aan gewaagd. Dat komt morgen of vrijdag wel. Om 12 uur ben ik richting huis gegaan.
Doodeng door de polder in het stikke donker met enorme wind en regen. Ik kon geen hand voor m'n ogen zien, maar toch maar doorrijden dan. Als je op zo'n
moment iets overkomt, is er niemand die je vindt, maar daar kan je beter op dat moment niet aan denken dan. Algemene indruk van het bezoek aan H:
H gedraagt zich thuis totaal anders dan op school --> h is zichzelf niet. h zal nooit uit huis gaan. h is wel wat zielig. arme h.
Gisteravond is Rob v/d Heijden op bezoek geweest. Ook een N1 student. Hij is echter al in dienst geweest en heeft daarvoor al een jaar Natuurk. gedaan,
maar daar weet hij nu eigenlijk niet zo erg veel meer van. Hij woont in Nijmegen en het is best wel een geschikte vent. Goeie ideeën over padvinderij
en communes. Gisteravond bleek dat hij z'n vriendin, waar hij al een jaar of wat mee omging, moest missen omdat hij haar waarschijnlijk te weinig zag als gevolg
van zijn studie in Delft. Ik had de laatste tijd al iets aan hem gemerkt, maar op mijn vragen gaf hij meestal maar nauwelijks antwoord, zodat ik er nog niet achter was,
wat het nu eigenlijk was, maar gisteravond zei hij het ineens. Ik moet er eigenlijk niet aan denken als mij dat zou overkomen. Ik geloof dat ik de eerste maanden
wel niet meer vatbaar zou zijn voor studie en dgl. Ik zou dan denk ik volkomen uitgeblust zijn. Jolan betekent heel veel voor me. Ontiegelijk veel, bemerk ik nu
opeens. Dat geval van Rob gisteravond bemoeilijkte het gesprek toch wel een beetje, want iedere keer kwam het weer over z'n vriendin te praten en dat deed hem geen
goed, dat kon je zo zien, vandaar dat we maar wat oppervlakkig hebben gepraat. Eén ding is het nomen wel waard: Als hij in een commune zou leven, zou hij
wel willen dat iedereen al zijn geld in een gemeenschappelijke pot deed, zodat alle kwalijke eigenschappen van de communeleden ook aan het licht zouden komen,
met als voordeel verbetering van de persoonlijkheid als gevolg van samenleven op een zeer intense manier en dat is toch wel iets moois. Ik krijg een lam
klauwtje en bovendien heb ik slaap. Welterusten en misschien tot morgen.
Giedi
Lieve Tinus.
Het is dinsdag 3 december en ik ben helemaal vergeten je te schrijven. Wat vervelend nou; misschien had ik wel helemaal geen behoefte om te schrijven; misschien
had ik wel behoefte maar geen zin, ik weet het niet. Afgelopen vrijdagavond ben ik naar de soos geweest. Dat was best wel leuk, want er waren veel mensen te zien en
te horen. Ik genoot werkelijk van al die mensen om me heen. Die morgen had ik een tentamen verknald (mechanica) dus had ik eigenlijk wel behoefte genoeg om me met
andere mensen bezig te houden. Vanmiddag heb ik allerlei sintnicolaasinkopen gedaan voor de familie en voor Jolan (bandje). Het zal wel een totaal verward verhaal
worden, maar ik schrijf alles op wat me op dit moment te binnen schiet. Ik heb geen zin alles eens in m'n hoofd te gaan ordenen en daarna opschrijven, want dan heb
ik er totaal geen zin meer in. Gisteren moest ik verdomme een boek van 26 piek kopen voor een vak dat Elektriciteit heet. Bovendien staat het boek in het Engels
geschreven, zodat ik me kotselijk kan bezighouden met de bestudering van allerlei natuurkundige zaken in mijn lievelingstaal. Kroesbeek zal er de ballen ook wel
niet van snappen, denk ik. Gelukkig maar. Vanmiddag heb ik een brief van Liesbeth ontvangen. Erg leuk wel, maar met allerlei problemen over haar geloof enzo.
Ze vraagt ook mijn mening over al die geloofstoestanden. Nou, ik weet het eigenlijk allemaal nog niet zo best, zodat ik me maar een mening zal geven en die
op papier zetten. Kan best dat die mening morgen weer anders is. Het 2de trimester is nog maar net begonnen en we hebben weer allerlei nieuwe en dure boeken nodig.
Twee stenciltjes: Hfl.4,- meneer alstublieft, dank u wel. De sintnicolaasinkopen van vanmiddag zijn ook behoorlijk uit de hand gelopen. 45 piek foetsie. Nou ja,
foetsie natuurlijk niet en wat betekent geld eigenlijk voor mij? Als ik maar te eten heb. De rest kan ik klakkeloos uitgeven aan wat ik maar wil, en te eten heb ik,
want daar zorgt mijn moeder voor, dus wat zal ik me eigenlijk druk maken om niets. Ik denk meestal vlak voor ik ga schrijven, dat ik niets te schrijven heb, maar
dat valt als je eenmaal bezig bent best wel mee. Ik heb de laatste tijd een nogal alles overheersend liefdesgevoel voor diverse meisjes uit m'n directe omgeving.
Hieronder valt Jolan ook. Ik heb het haar dit weekend verteld. Het viel niet mee om dat te vertellen. Eigenlijk is het iets doodnormaals dat je meer mensen dan
alleen je beste vriendin lief vindt. Volgens mij komt het danook door onze westerse kultuur dat ik het haar niet durfde te vertellen, omdat ik bang was dat ik haar
teleur zou stellen. Zij zelf had het ook weleens, zei ze. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik het dan voor mezelf maar moet accepteren dat ik nog meer mensen dan
Jolan lief vind. Of moet ik dat soms wel doen? En als ik dat doe, hoe moet ik dan op die verliefdheid reageren? Ik heb zelfs moeite met het opschrijven van al
deze dingen. Waarschijnlijk omdat ik weet, dat mijn dagboek door diverse mensen gelezen zal worden. Dat moet ik toch van me af proberen te zetten, want anders is
het geen echt dagboek meer. Mooi, dat heb ik even van me afgezet en nu kan ik, nadat ik m'n plaat van John Mayal (eigenlijk van de soos gepikt) omgedraaid heb.
moment. Zie zo, dat is gebeurd. Ik weet niet precies hoe het gekomen is, maar op een gegeven moment vond ik Mirjam wel zo aardig als Jolan en ik zou eigenlijk
best weleens met haar willen praten over allerlei leuke dingen en zou ook best weleens met haar willen vrijen. Wanneer dat was? geen idee, maar het was er.
Iedere keer als ik haar zie, komt dat gevoel weer terug en afgelopen vrijdag was het er ook weer. Het werd nog veel erger, of niet, Ik zag ook Yvon en Mar
en Jolan en Tinus was in m'n geest ook aanwezig. Ik vond iedereen even lief en ik zou met iedereen zo wel in bed willen stappen. Door m'n opvoeding en m'n
vriendschap met en liefde voor Jolan heb ik me vrijdagavond toch niet laten gaan en het is alleen bij oppervlakkig praten en lief doen gebleven. Bovendien
had ik Jolan toen nog niets verteld omdat ik dat eenvoudig niet durfde. Nu dat gebeurd is, voel ik me ineens een stuk opgelucht en op die dag (zondag)
voelde ik me opeens weer veel meer tot haar aangetrokken dan tot al die andere meisjes, omdat ze me zo geweldig begreep en zelf ook weleens van die
moeilijkheden had (herhaling). Vandaag heb ik een brief van Liesbeth gehad. Weer datzelfde gevoel. Ik hoop niet dat ik er dalijk de oorzaak van ben dat
Jolan genoeg van me krijgt. Ze ziet me toch al zo weinig en als ze me ziet, heeft ze dan nog niet eens het gevoel dat ik er helemaal voor haar ben en dat
is op den duur volgens mij niet meer om uit te houden. Bovendien loop ik op een gegeven moment toch wel met m'n hoofd tegen de lamp als deze
a-westerse tendens zich in me voortzet. Ik zal m'n gevoelens nog even proberen te onderdrukken totdat we in een commune leven. In die commune hoop ik
dat de wederzijdse jaloezie op het gebied van de liefde en vriendschap snel zal zijn opgeheven. Dan zijn we volgens mij alweer 2 jaar later in de commune
hoor, en misschien heb ik ook wel een veel te groot ideaalbeeld voor ogen van een commune, maar voorlopig blijf ik er toch wel naartoe leven op deze manier.
Over die jaloezie gesproken. Ik zou er zelf op dit moment ook helemaal niet tegen kunnen, wanneer Jolan met een andere jongen lag te vrijen ofzo. Het is een
gevoelskwestie en ik hoop dat die er in een commune uitgaat, maar dat zal wel lang duren.
Hè dat lucht op zeg. Eindelijk dat verhaal eruit. Hoewel ik er nog geen oplossing voor heb, staat het in iedere geval toch helemaal zonder remmingen
op papier. Ik zal het aan Jolan en Mar laten lezen, omdat die tot nu toe mijn vrienden zijn die ik het meest vertrouw. Ik vertrouw ze volledig, laat ik dat
liever zeggen. Ik geloof vast wel dat ze me willen helpen. Een beetje praten wil ik er nog wel graag over, hoewel dat niet mee zal vallen. Ik zal dan eerst
wel wat pilsjes opdrinken, zodat ik me veel beter kan uiten, want op dit moment vind ik het eigenlijk stijlloos van mezelf dat ik zulke gedachten heb, maar
waarschijnlijk zijn het wel niet te onderdrukken instincten, die van onze voorouders afkomstig zijn. Sinds de geboorte van Jezus en het Christendom hebben
de mensen steeds de gedachten onderdrukt, dat ze ook nog van meer dan één mens konden houden. Waarom o waarom moet dat nu juist aan het
licht komen als je juist zo fijn samen lol kunt maken? Is het soms mijn bekende probleem van het ontwijken van sleur? Ik weet het niet. Bovendien kan ik op
dit moment eigenlijk geen sleur ontdekken. Alle weekenden zijn voor mij eerder een vreselijk mooi feest dan een sleur. Misschien komt het ook wel omdat ik
Jolan 5 dagen niet zie en dan opeens 2 dagen wel, maar dan tussen haar vriendinnen, die eigenlijk allemaal dezelfde ideeën hebben. Misschien zijn mijn
gedachten wel als van die boer: kut is kut zei de boer en hij naaide zijn varken. Ik weet het niet. Hopeloos voel ik me op dit moment weer. In plaats van
uit de problemen ben ik nu dieper in de problemen gekomen, zo heb ik het gevoel. Ik denk dat ik het maar eens even loslaat, maar ik kan het niet loslaten,
omdat ik het zo vreselijk gemeen van mezelf vind, dat ik deze gedachten allemaal heb. Ik studeer, heb een lieve vriendin, heb geen zorgen over geld,
heb een eigen kamer en nu wil ik opeens nog veel meer vriendinnen hebben alsof ik een perzische sjeik zou zijn. Wat een eerzuchtige gedachte. Echt iets
voor het kapitalistische westen, waarin de mensen alsmaar meer willen en als maar beter willen. Het is te hopen dat in mijn toekomstige kommune deze
gedachten er bij mij ook eens flink uitgetimmerd worden. Alles geef ik aan de kommune; zelfs mijn meest persoonlijke bezittingen. Het is niet van belang
wat je hebt, maar wat je bent voor je medemensen. Als ik dat nu eens flink in m'n oren wilde knopen, dan liet ik al die andere gedachten weleens even
gaan. Walgelijk. Ik kots van mezelf, maar dat gaat wel weer over als ik dit een beetje vergeet, maar ik wil het niet vergeten omdat het zo belangrijk voor
m'n mensen om me heen is, dat ik mezelf eens wat minder kapitalistisch ga gedragen. Het loopt de spuigaten uit met al die neigingen van die geweldige student
Natuurkunde in Delft. Aan de oppervlakte is het zo'n populair figuur, maar in de diepte is het net zo'n grote hufter als zijn vader is en dat wil ik
godverdomme helemaal niet, of wil ik dat soms niet omdat ik populair wil blijven doen. Ik weet het niet meer ik ben mezelf kwijt. Wie ben ik wat ben ik
wat moet ik in godsnaam doen. Gewoon doorgaan? Of een cardinale wijziging in m'n leven aanbrengen en vluchten naar weet ik veel? Heeft geen zin, want als ik vlucht
neem ik mezelf mee, en daar wilde ik juist voor vluchten. Ik kom er niet uit ik weet het niet. Ik ga maar weer gewoon verder met alle dagelijkse dingen,
zoals nu. Even bij David en Adrie eten. Ze bieden me een maaltijd aan. Tot zometeen.
Hè even lekker gegeten. Dat lucht toch wel weer even op. Ik ben alle problemen weer een beetje vergeten en ik zal eerst maar eens even gaan studeren
voor ik verder ga nadenken. Tot straks hopelijk.
Zo, het is 10 uur in de avond en ik hoop dat ik morgen wat van m'n sociologie-psychologie tentamen ga maken. Als dat niet zo mocht zijn, doe ik het gewoon
over, want zo belangrijk vind ik het eigenlijk niet. Dat het interessant is, is een andere zaak. Ik heb het gevoel, dat als ik zo met m'n studie doorga, dat
alles best wel op z'n pootjes terecht zal komen. Ik werk rustig door en zie nergens tegenop en doe overal zeer luchtig over ter ergernis van mijn
medestudenten, maar daar trek ik me toch geen moer van aan. Ik ben hier in Delft om ertoe te komen de dingen in de natuur te leren begrijpen zoals ze zijn
en niet om sociale vaardigheid op te doen met latere vakidioten. Ik doe wel sociale vaardigheid op met Charley, Eijte, Peter en Rob, toevallig wel N student,
maar één die ongeveer dezelfde denktrant als ik heeft, alleen blijft hij wel wat veel van colleges weg, vind ik. Nu ik eenmaal mijn taak hier
in Delft gevonden heb, is het veel gemakkelijker een 'weekje Delft' door te maken, want de Natuurkunde op zichzelf geeft mij zo'n ongelofelijke voldoening,
dat ik soms wel zin heb om een week achter elkaar in een boek te gaan zitten lezen zonder maar één oog dicht te doen. Als ik zo'n bui heb,
ga ik maar snel mechanica vraagstukken maken ofzo, zodat de lol er dan na 2 uurtjes wel goed af is, maar dat geeft niet, want de andere dag heb ik dat gevoel
toch weer. Er zijn natuurlijk dingen bij m'n studie, die moeten gebeuren, zoals een computercursus of zoiets, maar dat maak ik beslist de komende weken af,
want dat is wel een grote zorg minder als dat klaar is. De problemen van daarnet zijn door verdieping in m'n studie al aardig afgezwakt, zodat ik dalijk
hopenlijk geheel gewetenloos in slaap val, hoewel het nu niet direkt iets is om voor opzij te gaan, maar ik wil er nu niet langer over nadenken, anders
slaap ik vannacht echt niet. Ik heb die plaat van John Mayal alweer opstaan. Hoe vaker ik hem ga draaien, hoe beter ik hem vind worden. Nu zo dadelijk
ga ik eerst even lekker gitaar spelen en daarna komt wassen en slapen aan de beurt.
Welterusten Tinus en bedankt voor de aandacht, want ik had het vandaag toch echt wel nodig.
Giedi
Lieve Tinus. Het is/nee veel teveel al gebuikt. We leven op 8 december 1974 en het weer is, ik hoef niet eens te kijken, vast wel vreselijk belabberd.
Ik zit op m'n kamer en ik schrijf. 10 uur in de avond is meestal de tijd dat ik hier aankom, maar ik ben er al vanaf 7 uur. Ik heb eens even lekker de
tijd gehad om hier wat dingetjes te doen, zoals kopjes in de kast zetten, plantjes verzorgen, bandjes (+_ 25) terug in doosjes doen. Lagen allemaal door elkaar
in m'n kamer. Dat is op zichzelf niet zo heel erg, maar je zoekt je rot als je een speciaal stukje muziek wilt horen. Wat gek, ik heb nog helemaal geen
brief van Tinus ontvangen. Misschien heeft ze het wel vreselijk druk. Ik hoor de wind alweer langs de flat gieren. Dat belooft vast wel wat. Dat verdomde
rotweer toch. Waarom kan het niet een beetje lekker vriezen, dat is best wel fijn. Alle planten waren aan verval onderhevig toen ik op m'n kamer kwam
vanavond. Ik zal eens een machientje maken, zodat ze regelmatig, dus ook in het weekend, genoeg water krijgen. Ik heb minstens 4 wekkers voor dit idee
nodig, dus ik ga er maar vast een paar regelen bij kennissen e.d. Ik zal nog even een gebeurtenis van het afgelopen weekend vertellen. Pim Wielaard
is zoals velen weten Technisch Hoofdambtenaar aan de Technische Hogeschool te Delft afdeling Technische Natuurkunde. Zijn werk bestaat o.a. uit het zorgen
voor het vervangen van gebroken ruiten en het versjouwen van bureaustoelen. Niet dat zulk werk minderwaardig is ofzo - ik wil geenszins discriminerend te
werk gaan - maar de heer W.P.W. Wielaard gedraagt zich alsof hij Prof.dr.ir. W.P.W. Wielaard in de technische wetenschappen is. Het volgende voorval moge
deze uitspraak bevestigen. Ik merk dat ik wel wat cynisch word, maar ik moet m'n opgekropte agressie even afreageren voor ik het op hem doe.
Ik kom zaterdagmiddag 12 uur aan boord van ons al bekende MS Rambonnet. Ik had nauwelijks iedereen gedag gezegd of de volgende vraag werd mij door boven
beschreven persoonlijkheid naar het hoofd geslingerd: 'Giedi, wat had jij voor dat Analyse a1 tentamen?'. Aanvankelijk stond ik wel verbaasd over z'n
grote belangstelling naar mijn studieprestaties, dus besloot ik deze zaak niet te vergallen en zei dat ik een acht gescoord had. Niet tegenstaande, dus
in overeenstemming met het feit dat Pim een grote lul is, tenminste zo is mijn mening op dit moment over hem, antwoordde hij daar zeer laconiek en onder
het toehoren van de gehele padvindersstaf op: 'O, dan was je slechter dan Paul van Riel, want die had een 9'. Mijn reactie: 'Leuk voor constatering'.
'Met de nadruk op tering', had ik willen zeggen, maar het bleef alleen bij een kort 'Oh´. Verder heb ik er geen woord over gezegd. Toch doet zoiets je wel wat.
Hij probeert nu mij zwart te maken tegenover de Groep 24 gemeenschap. Hij doet maar, want ik heb er toch al geen zin meer in op dit moment, maar dat zal
volgende week wel anders zijn. Charley is vanwege de zwartmakerij van Pim al eerder van boord weggegaa. Ik heb het gevoel dat ik Charley wel zal gaan
opvolgen, zoals al meer is gebeurd. Dank voor de aandacht en wel te rusten.
Giedi
's-Middags 2 uur. 10 december 1974.
Lieve Tinus. Ik moet me even afreageren, want het is me toch kloteweer. Niet normaal meer. Het stormt, het is koud en het stortregent. Niet normaal meer zeg.
Ik kwam daarnet helemaal verkleumd en zeikendnat thuis. Niet dat dat allemaal niet meer zal drogen hoor, maar ik krijg er zo'n godschuwelijke rotbui door als je
in dit weer buiten moet fietsen ofzo. Mijn complimenten voor de Mensa, want het eten was deze keer voortreffelijk. Doperwtjes, gebakken aardappelen, kip en
annanassaus. Bovendien was er nog tomatensoep bij, wat dit keer iets minder waterig smaakte. Appelmoes vergat ik haast nog en dat alles voor maar HFL. 2,75.
Zo, nu ga ik aan mijn computerpracticum verder, denk ik. Tot ziens.
Giedi
12 uur ofzo. 22 dec.
Ik ga me eerst maar eens afvragen welke datum het vandaag is of was, (aan het bureau schrijft het toch stukken beter). Ik geloof 22 dec., maar wat doet het er eigenlijk
toe? Deze pen schrijft klote, nee, misschien moet ik er alleen maar een beetje aan wennen, want ik ben gewend met de BIC weggooipennen te schrijven. Redenen hiervoor
zijn wel op te noemen:
1. Ik leef in een wegwerpmaatschappij, dus ik werp weg.
2. Ik ben opgevoed in een wegwerpmaatschappij, dus ik ben opgevoed om weg te werpen.
3. Ik had nog wat BIC pennen in m'n laadje liggen en vond het dus zinloos een dure parker te kopen.
4. Ik vind parkervullingen te duur.
5. Dat neemt niet weg dat ik nu een dure parkervulling van Tinus aan het leegschrijven ben. Zodoende!
Het slaat allemaal nergens op en ik geloof dat ik mezelf op het ogenblik belangrijker vind dan wie dan ook, maar dat zal wel in m'n opvoeding ingecalculeerd zijn.
Ik kan ook best begrijpen dat zo op het eerste gezicht de boel nogal wat gaötisch eruit ziet. Ik slaap de hele morgen door. Ik ben ziedend walgelijk kwaad
en wie niet op deze wereld? Zeg eens eerlijk wie is er niet kwaad op deze wereld waarom moeten we kwaad zijn ik heb geen zin ik wil niet ik kan niet klotezooi
kut verdomme ik kan niet eens meer fatsoenlijk schrijven. Vanochtend denk ik dat ik de volmaakte krankzinnigheid ga bereiken. Althans ik geloof dat ik er in
ieder geval iets van zal gaan proeven. Het is godgeklaagd wat de voorvallen vandaag allemaal weer een invloed op me hebben gehad. Laat ik me dan niet walgelijk
door m'n totale omgeving beïnvloeden. Wie ben ik zelf. Ik geloof dat alleen m'n omgeving weet wie ik ben verdomme. M'n omgeving: school, TH, vrienden,
kennissen, huis, maatschappij; zij allen weten wie ik ben. Zij allen weten tezamen hoe ik ergens op reageer; hoe ik leef. Ik zelf bepaal niets, want het enige
dat ikzelf zou kunnen bepalen vanuit mijn persoonlijkheid, is in het verleden al bepaald, want m'n persoonlijkheid heeft zich gevormd door het verleden van
m'n omgeving. Ik vind mezelf niet meer terug in al deze onzinnige gedachten en het overloze gelul gaat de spuigaten uitlopen. Ik kan er niet meer tegen.
Laat ik eerst eens vertellen wat er de afgelopen twee dagen met me gebeurd is. Nee, de laatste 5 dagen. Nee, de laatste 21 dagen. Nee, de laatste 400 dagen.
Neee de laatste 44421 dagen. Ik weet het verdomme niet. Hoe kan ik dingen die nu gebeuren verklaren als ik m'n hele verleden niet op papier kan zetten; en ik
kan m'n hele verleden niet op papier zetten, omdat ik het grootste deel al allemaal vergeten ben. Mijn hersencellen zijn van dermate groot gebrek en luchtigheid
doortrokken dat ik er totaal geen nauwe notie van heb hoe mijn verleden eruit ziet. Bovendien zou ik in de verste verte niet weten vanuit welk standpunt ik m'n
verleden zou moeten belichten. Vanuit de ogen van m'n ouders? Zinloos! Vanuit het oogpunt van mezelf? Zinloos! Vanuit het oogpunt van een wezen dat van een andere
planeet komt? Ja, dat is simpel. blaardum. Klaar! Daarmee heb ik mijn hele leven tot nu toe in één woord op papier gezet. De betekenis wil ik in het
midden laten. Het kan misschien nuttig zijn enige schattingen te maken van wat diegene van die andere planeet, of mag je wel van 'diegene spreken'?, bedoelde.
1. 'waardeloos'
2. 'gooi maar weg'
3. 'kan je toch niet'
4. 'ben nutteloos enzovoort'
5. 'kan niet'
6. 'ik weet het niet'
Zo te zien een nogal zinloze bezigheid alles op papier te zetten wat dat anti-aardse wezen bedoeld kan hebben. Het kan nl. alles wezen. Ruim geïnterpreteerd
blijkt het dan dat mijn leven in het verleden kan lopen van niets tot alles. En dat is een hele uitzoekerij. Probeer maar eens uit alle getallen van
1 to 5 miljard te raden welke goed is. Ik dacht dat het 3.333.333.333 was, maar ik kan het alleen maar zeggen op grond van statistische overwegingen. Geen wonder
dat ouders zo weinig vertrouwen in hun kinderen hebben. Ze redeneren volgens bovenstaand schema dat ik heb op kunnen stellen dankzij mijn geweldige studie die ik
aan de TH Delft mag volgen. Het Rijk verleent mij daar de nodige middelen voor. Absurd. Het Rijk laat mij dus denken. Dus ik ben nu aan het denken voor de koningin,
want de koningin is het rijk en het rijk laat mij denken, want het rijk heeft mijn denkvermogen op 'pijl' gebracht volgens onderstaande schematisch overzicht:
kleuterschool --> basisonderwijs --> middelbaaronderwijs (VWO) --> TH
In volgorde van afnemende belangrijkheid aangegeven door het meest achterlijke idiote pijltje van het jaar, geschikt om zelfs de deur van grootmoeders kastje
mee te versieren. Wie weet gaat het mens daar wel weer van huilen.

Niet normaal meer wat ben ik me lekker aan het uitleven. De pen vliegt over het papier en ik heb het gevoel of ik nooit meer zal stoppen. Ik kan natuurlijk niet
alles opschrijven, want dan is de pen op, m'n hand lam of het papier op. Ik moet ergens stoppen en dat zal niet in het oneidige kunnen zijn, hoewel ik dat dolgraag zou
willen. Ik hoop dat iedereen me even alleen laat, want ik hoorde alweer gestommel op de gang en ieder mens die nu binnenkomt haalt me uit mijn concentratie en die
heb ik beslist hard nodig voor dit belangrijke geschrift wat een aanloop zal zijn voor m'n boek, wat ik in de toekomst hoop te gaan schrijven.
Ik beloof mezelf nu wel dat ik in de toeomst een boek ga schrijven, maar ik 'denk niet' of 'geloof dat er niet' veel van zal komen omdat ik denk dat je het nauwelijks een boek
kunt noemen, zo onsamenhangend zullen de zinnen op papier komen dat alleen een krankzinnige het kan lezen. En krankzinnigen mogen in onze maatschappij geen boeken lezen.
Onze maatschappij kort ik voortaan af met OM, omdat ik het vele malen nodig heb. OM bestaat voornamelijk uit afgedankte uitpuilende kattapulten die schieten of het
ergens op slaat en ze schieten soms lelijk 'Raak' dat kan ik wel vertellen. OM zal ook weleens ten gronde gaan. OM kan alleen gezien worden als iets waar je uit kan kiezen.
Je kiest OM omdat er geen alternatieven zijn. Er zijn geen alternatieven, want alternatieven zouden direkt weer door OM opgenomen en geOMmatiseerd worden en zodoende tot OM
gaan behoren. OM is gek krankzinnig van jewelste. Ik kan kiezen: òf OM instappen òf OM verafschuwen, kwellen en pesten zodat ik buiten OM kom te staan
en dan word ik voor OM vast en zeker een krankzinnige en dan neemt OM het recht voor zich om me in een OM gesticht te plaatsen waar ik kan worden OMgeturnd met schoktherapie
en psychoanalyse. De maatschappij van mijzelf is er niet alleen in m'n hoofd en hij komt waarschijnlijk een beetje tot z'n recht in m'n boek, waarin ik m'n maatschappij
als een walgelijk ideaalbeeld voor me zal stellen, zodat ik OM vergeten ben. na het schrijven van dat boek ben ik voor OM niet meer te accepteren en ben dus krankzinnig.
Nu is het alleen maar de vraag of ik daar andere mensen in moet betrekken. Moet ik ze wel zo beïnvloeden als waar ik nu mee bezig ben? Waarom kan ik niet GEWOON gaan
slapen in een kamer die nog wel speciaal voor me gereserveerd is en al. Wat is OM toch goed voor mij! Zal ik niet GEWOON in OM terugkeren en keurig in het gelid en de
normen van OM terugkruipen? Dat is veilig en warm. Bovendien ben ik dan een goed leven beschoren. Maar ik kan godverdomme geen vrede met dat leven hebben. Ik moet iets
hebben waartegen ik me kan afzetten. Misschien grijp ik op dit moment wel naar OM en wordt het binnenkort iets anders waar ik me weer tegen kan afzetten. En waarom wil
ik me altijd tegen iets verzetten? Omdat OM dat zo in mijn jeugd aangeleerd heeft. Om je tegen een andere en of iets te verzetten. Concurrentie, strijd, macht e.d.
komen alleen maar voort uit OM. Het feit dat ik me dus tegen OM verzet is wel het prachtigste bewijs dat ik iemand ben die wel heel sterk door O.M. opgevoed en grootgebracht
ben. Dit stelt me teleur. Ik ben nu in zodanig stadium aangekomen dat alles me geen zak meer kan schelen. Ik doe wat OM van me vraagt. Al dat alternatieve is een regelrecht
bewijs dat ik ook zo'n OM kind ben. Ik ben het en wat kan ik eraan doen? Geen moer. Ik geef aan mijn gevoelens toe, ik ga slapen. Welterusten allemaal.
half negen 23-12-'74.
Goedemorgen huize Laar. Wat een toestanden gisteravond zeg. En ik ben vanmorgen weer 'gewoon' wakker geworden. Niet 'normaal' meer. Ik kon haast niet meer uit m'n woorden
komen, laat staan dat ik in staat was een zinnig verhaal op papier te zetten. Wat is er toch allemaal gebeurd? Gisterochtend gingen we (mar, jolan en ik) met de wagen van het
kleingezin Bosveld naar Soest, waar Tinus met haar ouders samenwoont. Zo dacht ik eigenlijk. Mijn verwachtingen waren veel te hoog, want ik dacht minstens in een omgeving
aan te zullen komen waar een sfeertje van openheid en vrijheid zou hangen. Het tegendeel bleek gisteravond echter, maar daarover straks meer. Allereerst een paar voorafgaande
dingetjes. Een amusante rit bracht ons tot op een paar meter van het huis van de fam. Laar. We vroegen ons af of die mensen al op waren en toen we ons dit afvroegen bleek het
hele gezin reeds in rep en roer te zijn. Vader Laar gaf Tinus zelfs een klap omdat ze voortan maar niet zo dom moest afspreken. We waren er notabene om halfelf. Het was
weliswaar zondag, maar wat geeft dat! Enfin, we werden tenminste niet burgerlijk ontvangen. We kwamen in een sfeertje van 'haast' binnen en dat is altijd in het voordeel
van ons omdat oudere mensen niet zo flexibel zijn in hun aanpassingen. Ik wil natuurlijk niet zeggen dat wij dat zijn, maar het is wel leuk om 's-morgens al zoveel paniek
te zien. Na een aantal kopjes koffie te hebben genuttigd en een hoop lulpraat over en weer, honden en meubels te hebben aangehoord, zijn we naar Tinus d'r kamer gegaan.
Best wel leuke omgeving, vond ik en ik voelde me er na een halfuurtje al helemaal thuis. De gesprekken over volgens mij heel wat nuttigere dingen kwamen danook na enige
aarzelingen snel opgang. Ik weet niet waar we het allemaal over gehad hebben, maar het was wel leuk. Het avondeten was klaar en we konden naar beneden om te smullen v/d
bami die vrouw Laar nogal lekker had klaargemaakt. De broertjes van Tinus waren nogal druk, maar wel leuke gozertjes. Na het eten zijn we een vreselijk eind gaan
wandelen en hebben ondertussen wat NJN blaadjes weggebracht. Na het wandelen kwamen we in de kamer van het kleingezin terecht. Daar konden we koffie met keek krijgen
en pa draaide de meest mogelijke en onmogelijke jazzmuziek. Ik voelde me daar diep beroerd, want ik had het gevoel dat ik me niet kon uiten, want daarmee kon ik volgens mij
zo het vredige sfeertje dat er ogenschijnlijk hing pardoes doorbreken, zo had ik het gevoel. Tinus vroeg wat we zouden gaan doen en ik wilde wel weer naar boven. Later bleek
geloof ik dat Tinus nog liever een poosje beneden was gebleven, maar dat deed ze niet omdat wij het niet wilden, maar ik dacht dat ik het alleen was die het niet wilde.
Daar heb ik verder de hele avond aan liggen denken, waarvoor ik zo nodig uit de kamer weg wilde. Was het een reactie? Zo van: 'Bij ouders in de kamer kan het per definitie
niet leuk zijn, dus alles wat ze doen is negatief?' Was het populair doen? Zo van: 'Laten we maar weggaan anders zijn we niet alternatief genoeg'. Ik weet het echt niet.
Laat ik er maar over ophouden, anders 'verval' ik weer in m'n krankzinnige toestand van gisteravond. Toen we boven zaten, had ik dus een conflict met mezelf, wat voor Jolan
ook duidelijk te merken was, want ze vroeg meerder malen wat er was. Tegen haar kon ik het misschien wel vertellen, maar tegen drie mensen tegelijk was wel wat erg veel,
dus hield ik m'n mond maar een possje dicht. Ik dacht dat het dan wel eruit zou komen als we eenmaal in onze slaapzak lagen om te gaan slapen, maar zover is het niet gekomen.
Er hing een leuk commune-sfeertje vond ik en ik had ook mijn eerste conflict door dat gezamenlijke leven van 1 dag. Wel leuk om te ervaren en ik had mijn conflictje graag
uitgepraat op een voor mij gunstig moment, maar juist werd Tinus door haar moeder naar beneden geroepen. Haar moeder bracht even een scheiding tussen mij en de anderen aan
door te zeggen dat we:
1. moesten gaan slapen
2. Ik beneden moest liggen
Achterlijke nonsens zou ik zo zeggen. Heel de gezamenlijke sfeer werd even naar de donder geholpen door deze ogenschijnlijk zo onbelangrijke kwestie van waar en
hoelaat gaan slapen. Tinus d'r moeder bepaalt hier in huis wat er gebeurt en daarme uit. Ik voelde me op dat moment pas een echte logé, die door de familie
met de grootste luchtigheid werd opgevangen en ontvangen. Niet te geloven hoe belazerd ik me toen pas voelde. O, de rest ontwaakt. Ik ben nl 'stiekem' naar boven
gegaan.
25-11-1974.

26-12-1974. Vrijdag half 2 's-ochtends.
Lieve Tinus. Giedi heeft z'n dagboek een dagje bij mij thuis laten logeren en hij zal het vast wel niet erg vinden als ik ook een stukje schrijf. Kerstmis is weer voorbij
gelukkig. Hoewel, 't is achteraf toch allemaal best nog meegevallen. Een hoop gelul en gezeur over de honden, het weer, koetjes, kalfjes, weetjewel. Wat kleine interne
conflictjes, maar die zijn wel weer over. Zal wel door het weer komen. Vanacond zijn we (=Giedi, Bert, Els, ik) naar de film geweest. Niet zo'n succes eigenlijk, die film.
Toch wel gelachen, nou ja, wanneer lachen we eigenlijk niet? Altijd wel zo'n beetje. Na de film verwachtten we (=Giedi en ik) heftige gesprekken met m'n pa en ma, maar
nee hoor, er gebeurde niets. Volgende keer beter, ik was toch niet zo in de stemming om na te denken ofzoiets. Bah ik daas, ik ga slapen, welterusten.
Jolan
Donderdag 2 januari 1975. 10 uur 's-morgens
zo, een nieuwjaar, een nieuw begin, nieuwe frustraties, nieuwe mislukkingen nieuw alles nieuw. Zo zegt een ider in deze maatschappij. Wat is er wezenlijk nieuw?
Geen moer. Alleen maar een 1 in plaats van een 12 omdat we niet meer maanden hebben. Laten we dus maar blij zijn dat we elke keer overnieuw beginnen. Stel je voor
dat we nu in de 1975x12=23.700 ste maand waren. dat is veel teveel schrijfwerk elke keer en kost veel teveel balpennen per jaar meer en dat is goed voor de economie
wn daarom doen we het maar niet. Slaat nergens op trouwens. Leuk dat Jolan een keer in m'n dagboek heeft geschreven, vind je niet Tinus? Alleen jammer dat ze niet
wat heeft uitgeweid over die innerlijke conflicten. Ik zou bij God niet weten waar het over ging dit als gevolg van een overlopende hoeveelheid tegenstrijdige
informatie die ik de laatste 2 %agrave; 3 weken te verwerken heb gekregen. De boel is opgang gekomen, doordat ik in de laatste week van het vorige jaar dat ik in
Delft aan mijn studie bezig was, een boek over communes heb gelezen. Daarvoor was ik alleen maar met m'n studie bezig en dacht verder niet na over
maatschappij-problemen. Wel wilde ik in een commune leven, maar daarvan had ik alleen maar een sprokkjesachtige voorstelling zoiets als 'het einde' weetjewel,
zoiets als 'helemaal te gek'. Maar tijdens en na het lezen van dat boek werd dat idyllische beeld langzaam afgebroken om plaatst te maken voor een meer
realistische kijk op de zaak. Het nadeel van deze realistische kijk is echter wel dat er zoveel factoren en dingen gaan meespelen dat ik het niet in anderhalve
week heb kunnen verwerken. Ik ben zelfs in de provo en hun geschiedenis gedoken om erachter te komen wie ik nu eigenlijk wel ben en waarom ik doe wat ik doe nl:
ik wil me kritisch t.o.v. de huidige maatschappij en alle bijkomstigheden als het huwelijk e.d. opstellen, maar waarom ik dat wil, is me nu pas duidelijk geworden.
Ik doe dat omdat ik m'n leeftijdgenoten en tijdgenoten die allen in de post-provo tijd leven wil volgen. Het is zeer simpel te overzien voor mij nu gelukkig, want
gisteravond werd ik werkelijk gek van mijn eigen gedachten.

Zeer simpel te begrijpen, maar het werpt wel wat tegenstrijdigheden op, zoals:
1. provo: miljeu wordt verontreinigd.
maatsch: we moeten wel produceren, want anders stort de 'economie' in elkaar.
2. provo: anarchisme
maatsch: moet GEZAG zijn anders wordt het een puinhoop. En wie kan dit ontkennen?
3. studenten hebben dure materiële dingen nodig voor studie. Studeren is dus een typisch maatschappelijk iets.
4. Door de maatschappij (school, denken, opleiding) ben ik gekomen op een maatschappij-kritische houding. Een soort zelfvernietiging dus.
5. padvinderij is autoritair en maatschappij-sturend Tegenstrijdig. Waarom zit ik bij de padvinderij? Alleen maar om te profiteren?
Waarschijnlijk wel. Lekker varen en aan motoren prutsen.
6. enz..enz..enz..enz.
Soms lopen de conflicten zo door elkaar dat ik niet eens meer in staat ben ze redelijk systematisch te overdenken, en ik moet alle schematisch overdenken omdat dit mijn manier
van denken is. Zodra het schematische er een beetje uit dreigt te vallen als gevolg van een grote hoeveelheid losse gegevens en voorvallen, zodat ik ze niet meer kan
'ordenen', wordt het een gebrabbel en gelul van een psychopaat patiëntje, die niet meer in staat is alles te ordenen. Mijn denken is dus typisch volgens het maatschappelijk
principe van ergens een orde in scheppen. De maatschappij ziet echter alleen de materiële behoefte aan orde. Mijn behoeften gaan verder dan alleen materiële orde.
En omdat ze verder gaan (bvb. 'schone lucht') komen ze direct in conflict met die materiële orde. Eindelijk eens een mooie gedachtengang op papier weten te zetten. Ik had
het wel nodig zeg. Een nacht slapen maakt van een bijna krankzinnige wel weer een mens dat mee kan draaien in het systeem van 'orden'. De hele wetenschap is gebaseerd op 'ordenen
van gegevens' en daaruit conclusies trekken. De wetenschap vormt de maatschappij en de maatschappij vormt de wetenschap. Logisch dat alles van orde aan elkaar hangt, terwijl
de ORDE soms een wanorde lijkt en is.
||| Zie het nut van de orde en vele nutteloze orde vervalt!
vb. het is zinloos om de kamer iedere week te stoffen omdat dat zo hoort, terwijl er eens in de drie maanden stof genoeg ligt om weg te stoffen tegen het ontstaan en
vasthouden van besmettelijke ziekten.
Wij zijn er om te zorgen dat we er blijven zijn met als middel de orde.
Wij zijn er niet om de orde die anderen voor ons gemaakt hebben klakkeloos te volgen. Dat is traditie.
!!! Orde is een middel, geen gegeven. En middelen veranderen weleens, gegevens niet.
De maatschappij gebruikt de orde teveel in de zin van het gegeven, wat zich uit in de volgende karakteristieke uitspraken:
'Het is toch zo!'
'Dat doe je toch niet!
'Dat hoort zo'
'Dat weet je best'
'Dat heb je maar te doen'
'Omdat ik het zeg'
'Dat hoort gewoon niet'
Gebruik je de orde als middel, dan doen zich steeds weer vragen voor of dat middel wel effect heeft en of het zinvol is dat middel te gebruiken zoals het gebruikt wordt.
'Het gegeven orde' of ORDE leidt tot een statische maatschappij en dat kan in onze tijd moeilijk, waarin alles verandert en wijzigt.
'Het middel orde' of orde leidt volgens mij tot een dynamische maatschappijvorm waarin wijzigingen snel en goed aan te nrengen zijn.
Ik heb nu dus getracht te beredeneren dat orde noodzakelijk is om in leven te blijven, maar dat ORDE alleen maat zekerheid geeft voor mensen die zelf geen nieuwe of betere orde
kunnen verzinnen, oftewel mensen die geen opleiding hebben gehad die ze voldoende logisch leert denken om een nieuwe orde te verzinnen. We mogen dus aannemen dat soulkickers mensen
zijn die genoegen nemen met de bestaande ORDE gezien hun gedrag. Wat een opluchting!
5 januari 1975.
Lieve Tinus, het is al 12 uur in de ochtend precies. Niet dat ik zoveel waarde aan de tijd hecht, maar m'n leven hangt van tijd af, vandaar. Mijn moeder vindt een
kamertemperatuur van 22 graden een normale kamertemperatuur en als ik dan opmerk dat dat toch wel wat erg warm is, krijg ik het lieflijke commentaar dat ik toch wel
een hele dikke trui aanheb. Dit ter besparing van energie, maar als ik dat tegen malief gezegd zou hebben op deze 'vroege' zondagmorgen zou het hek wel weer van
de dam zijn geweest, vandaar dat ik m'n mond maar weer hield. Wat een stommeling ben ik eigenlijk. Waarom kwam ik nu niet direct voor mijn mening uit, want het is
toch je reinste energieverspilling 22 graden, niet normaal meer. Ik ben even op een parkervulling overgestapt, want die andere pen begon me een beetje al teveel te vlekken,
waarschijnlijk omdat hij zo goedkoop is. Ik krijg nu alweer kramp in m'n hand. Leuk, want ik heb nog heel veel te schrijven eigenlijk. M'n pa is met een smoes naar
beneden vertrokken en zal de eerste tijd z'n neus niet meer laten zien, tenzij hij natuurlijk weer trek krijgt in z'n bakje koffie, want die vent is me toch even
verslaafd, niet normaal meer. 18 kopjes koffie per dag is niet te weinig, dacht ik zo. Bovendien komen daar dan nog 30 pijpjes en 2 à 3 sigaretjes bij. Wat een vent zeg.
Hij is nieteens meer wie hij eigenlijk is, want als hij dat allemaal zou laten, zou hij de eerste 2 jaar produktieloos zijn vanwege het gebrek aan stimulerende middelen,
waar zijn lichaam om zal schreeuwen. Hij zal zo sjagerijnig als ik weet niet wat zijn en zal misschien niet eens meer uit z'n bed kunnen komen vanwege de verslaafdheid
en slapte, maar och, dat hebben alle verslaafden gemeen. Zodra het middel dat ze gebruiken wegvalt, ontstaat er een enorme behoefte, die niet bevredigd kan worden met als
gevolg nare bijeffecten. Eigenlijk is ieder mens verslaafd aan eten, want als we niet eten gaan we dood. Waar is de grens tussen verslavende middelen en eten? Ik weet het niet.
Gisteravond zijn Jolan, Mar en ik naar een Schotse jongen geweest, die in dezelfde straat als ik woont. Nooit gezien, die mensen, toch wonen ze in dezelfde straat. Wat is de
wereld waarin we leven toch beperkt. Je kent niet eens de dingen die in je eigen straat gebeuren. Wie had het ooit kunnen denken dat er een Schot, nee, wel 4 Schotse gezinnen
in onze straat wonen? Aanvankelijk zouden we bij Jolanda d'r moeder gaan koffiedrinken (met z'n 4-ren) en het goede mens zal alles al wel klaar gehad hebben, maar doordat
David op z'n broertje, nee, neefje moest passen, zijn we naar zijn huis gegaan. Een lege kamer, maar toch wel fijn, zoveel ruimte. Mar d'r moeder kan die Schotse jongen niet
uitstaan, althans zo erg, dat ze niet eens goed vond, dat we bij haar koffie kwamen drinken, waarschijnlijk om sociaal-psychologische redenen (ze kan op grond van haar ervaringen
met buitenlanders, Engelsen speciaal, niet toelaten dat David met haar dochter mee naar huis komt), maar ze vertaald dit in hygienische redenen: Hij ziet er vies uit,
hij ruikt vies. Nou moe, wat een onzin, het is een goser, zo tof, dat het werkelijk een vreselijke onzin is om zo over hem te praten als Mar d'r moeder flikte. Het slaat totaal
neergens op en getuigt allen maar van een nogal asociale instelling van de moeder van Mar (en er zijn er nog veel meer) tegenover mensen, buitenlanders speciaal. wat zijn de
mensen van tegenwoordig, die het traditionele verleden trachten te handhaven toch zakken. Nog een frappant voorbeeld van zieligheid: mijn vader heeft vandaag niets te doen
en loopt zich te ergeren aan de nodige dingen, zoals het feit dat hij zijn pompschroevendraaier van 40 piek pleite is vanwege het feit dat hij hem ergens heeft laten slingeren.
De hele familie krijgt er natuurlijk de schuld van, behalve hijzelf. Maar ik had het over gisteravond. Er hebben zich nl. enige problemen met Jolan voorgedaan. Hoe ik ze onder
woorden moet brengen, weet ik eigenlijk niet goed, maar laat ik bij het begin beginnen. Nadat de oom en tante van David vertrokken waren, hebben we wat met z'n vieren gepraat.
In het Engels/Schots uiteraard. Vreselijk moeilijk. En David deed alle mogelijke moeite om het ons naar de zin te maken. Hij kan enorm goed schilderen en tekenen. Op een
gegeven moment bemoeide Mar zich met David en Jolan en ik gingen met elkaar 'in conferentie' over problemen die al een tijdlang sluimerden. (Pa is op het ogenblik zijn pijp aan het
schoonmaken, uiteraard onder het nuttigen van een kopje koffie.) Mar lag op een gegeven moment al lekker met David in haar armen en we hebben hen de hele avond niet meer
gehoord. Lijkt me toch wel moeilijk zo met iemand om te gaan die je moeilijk kan verstaan en daardoor zijn gevoelens moeilijk peilen kan, als Mar zich maar weer niet in één
of andere moeilijke affaire stort, maar ja, we zullen de toekomstvoorspellingen maar aan de sterrenwichelaars overlaten. Nu over onze problemen. Ik bemerk dat ik met allerlei gelul
het onderwerp aan het uitstellen ben, maar nu moet het er maar een keer van komen. Vrijdagavond zijn we weer gedrieën naar de Hietkamp geweest. Broedplaats voor allerlei drama's
tussen Jolan en mij. We ontdekten die avond allebei min of meer onafhankelijk van elkaar dat de spanning eraf was. Dit zal ik dadelijk verder uitleggen, want er komt visite.
Dat 'dadelijk' is wel zowat 10 uur later geworden. Het is inmiddels halfelf in de avond. Ik ben op m'n kamer aangekomen en ben al helemaal in de sfeer van het studeren. Twee uur
lang ben ik aan het rommelen en rotzooien geweest totdat ik er weer een beetje 'in' was. Inmiddels ben ik alweer helemaal aan mijn nieuwe omgeving gewend. Al dat gezeik van thuis
is nu tenminste weer voor een week voorbij. Heerlijk als je je eigen leven weer helemaal kan indelen, maar ook gevaarlijk, want het zit er natuurlijk in dat ik daardoor totaal
van alle mensen ga vervreemden en een soort kluizenaar word. Maar let maar op: voor het eind van de week is, zit ik alweer te snakken naar menselijk kontakt. Maar het is wel fijn
om je nu zo vrij te voelen. Helemaal geen gezeur meer. Eigenlijk vind ik mezelf een walgelijk iets nu, want mijn vader heeft me met de AUTO naar Delft gebracht. Ik ben totaal
tegen auto's op dit ogenblik en had ik dus moeten weigeren dat pa me naar Delft bracht, maar dit zou allerlei consequenties hebben.
1. Pa zou zich boos afvragen waarom zijn zoon liever met de trein gaat. Als ik het hem vertel, word hij woest en slaapt de eerste dagen niet.
2. Ik had een enorme hoeveelheid troep bij me, die ik nooit alleen zou hebben kunnen sjouwen.
Slap hè, maar ja, zo ben ik nu eenmaal. Ahum, zo schijnheilig als de nacht van Metusalem. Om te walgen zeg, maar laat ik er verder geen nachtmerries van krijgen. Ik ben in
Delft en de rest vergeet ik, tenminste 'hoe ik er gekomen ben'. Nu rest mij nog de situatie van gisteravond enigszins te verduidelijken hoewel het voor de kleine details
eigenlijk al te lang geleden is. Als ik een meisje of Jolan een jongen aan de haal wilde slaan vroeger kostte dat nogal wat moeite en er heerste dan zo'n lekker
gespannen sfeertje. Dat gespannen sfeertej van iemand versieren en er de eerste keer mee vrijen of dansen misten we allebei ineens op vrijdagavond, omdat we daar allerlei
mensen zagen die die spanning wel hadden te verwerken. We misten allebei iets, maar wisten niet wat. Uit dit probleem zijn we nog niet gekomen en moet zeker nog opgelost worden.
Tijdens dat praten gisteravond kwam er nog een ander (nee, niet totaal ander) ding aan het licht. Het hing er wel een beetje mee samen. De sleur-toestand van voor de grote
vakantie vorig jaar (toen ik het enorm druk met m'n Atheneum had) keerde langzamerhand weer een beetje terug. Mijn mening: we leven in een dynamische wereld en daarin
zijn statische zaken als sleur volkomen uit den boze en er zal zonder meer een eind aan moeten komen. Sleur ontstaat als gevolg van te weinig activiteit van beide kanten.
Ik rem mijn activiteiten een beetje af als Jolan in de buurt is. Dat gaat vanzelf, waarschijnlijk op grond van: Ik vind het waardeloos voor Jolan als ik lekker met iets
bezig ben (brommer sleutelen) en Jolan moet toekijken.. Kortom, een verminderde activiteit van mijn kant als Jolan in de buurt van mij is. Van Jolan d'r kant bekeken.
Op school is ze wel erg actief, vind ze zelf, maar in het weekend en in de vakantie is alles zo anders. Dan is ze passief, maar wil wel iets doen, echter weet niet wat ze moet doen.
In de vakantie wil ze zich bij iedereen en speciaal bij mij altijd aanpassen wat betreft ideeën over uitgaan of ergens naartoe gaan. Ze heeft dan geen specifieke eigen
mening of vindt die mening te onbelangrijk om zich er druk over te maken. Kortom, ook een niet geringe vermindering van activiteiten van de kant van Jolan. Als we elkaar
ontmoeten, ontstaat er waarschijnlijk zoiets als een verminderde activiteitsbehoefte op beide fronten. Het gevolg is al snel een optredende sleursituatie, wat wil
zeggen: het gebruikelijke patroon van handelingen. Uit deze minder gelukkige sleursituatie komt volgens mij de behoefte en meer spanning en sensatie zoals bij het 'versieren' van
mensen van het andere geslacht voort. Dat gevoel van meer behoefte aan sensatie is dus een gevolg van de innerlijke leegte die in onze relatie is ontstaan. Dit gat zullen we
samen moeten opvullen anders zie ik dat we steeds verder van elkaar gaan groeien. Daar komt nog bij dat mijn studie en padvinderij nogal wat tijd vergt, zodat het erop aan
zal komen dat ik op gezette tijden bij Jolan zal aanwaaien (vrijdag en zaterdag avond 7 uur , zondag 3 uur) met als gevolg een vergroting van de sleur, want alle plotselinge
dingen zijn eruit, omdat we ons allebei op die ontmoeting kunnen voorbereiden. Een groot probleem waar ik nog niet uit ben, maar mijn verstand zegt dat ik aanvoel, dat er
een oplossing voor komt. Hoe weet ik nog niet, maar hier in Delft kan ik allerlei emotionele gedachtengangen (verwarrende en rommelige gedachten) uitschakelen. Ik heb hier tijd
om te bezinnen en na te denken op een rationelere manier dan thuis. Jolan is god zei dank met een dagboek begonnen, maar ik hoop dat ze even doorzet, want de eerste week is het
moeilijkst, maar als je er eenmaal aan 'verslaafd' bent, kom je er nooit meer vanaf, zo voel ik nu. Iedereen op deze aardbol een goede nachtrust en welterusten. Tot morgen.
Daag
Giedi
Lieve Tinus. 10 uur in de avond van 6 januari 1975 is de normale tijd dat ik je schrijf, want ik leef volgens een schema. Helemaal. Alles op z'n eigen tijd en alles volgens een
bepaald patroon. Als ik niet uitkijk, ben ik binnenkort een automaat die op tijd draait. Toch heeft het wel zoveel voordelen dat ik voor mezelf besloten heb zo te leven.
Wanneer ik nu vrije tijd heb, kan ik ook echt zeggen 'ik ben vrij; ik kan uitrusten' en hoef niet met allerlei schuldgevoelens rond te lopen van 'Ik moet dit nog' en
'Ik moet dat nog'. Zo'n strak schema is wel nodig, want ik heb het enorm druk. Ik ben begonnen voor mezelf te koken en dat vergt behoorlijk wat tijd. Dit vond ik nodig omdat
het eten in de mensa steeds afschuwelijker begint te worden. Eerst was het nog wel te eten, maar nu ik een maaltijd van mezelf heb gegeten, zal ik als het maar enigszins
mogelijk is voor mezelf koken omdat dit veel lekkerder is en bovendien een gevoel van totale onafhankelijkheid van mijn ouders geeft. Ik kan nu voor mezelf zorgen.
Ik heb vanmiddag een blaadje vol zitten schrijven met uitspraken uit m'n agenda, die ik het opschrijven waard vond. Er staan overdenkenswaardige uitspraken bij. Misschien ga ik elke
avond, als ik tenminste niet teveel te schrijven heb, zo'n uitspraak schriftelijk overdenken. Een soort filosoferen dus. Van mezelf heb ik er ook een uitspraak tussen gezet
die ik al besproken heb, dus vanaond kom ik er met een Jantje van Leiden af.
Het ideaal is de waarheid op een afstand
Hoevelen willen veranderen zonder eerst te begrijpen?
Zie het nut van de orde en vele orde wordt nutteloos.
Je kunt pas leven als je jezelf niet bent, want als je jezelf wel bent, word je meestal niet begrepen.
Men bewondert altijd die werken waarin men zijn eigen gedachten terugvindt.
Tot de domme massa behoort er altijd één meer dan men zelf denkt.
Geniale mensen beginnen grote werken. IJverige mensen maken ze af.
Ieder mens kan alles zolang hij zichzelf geen grenzen stelt.
Vrijetijd zonder dat men zich met één of andere studie bezighoudt, is dood. (Seneca)
De minste last van tegenwind heeft hij die flink doorstapt.
Grote mensen doen het; kleine mensen stellen het uit.
Een fout die u in een ander opvalt, is meestal een oude bekende van uzelf.
Denken scherpt uw hersens; tobben stompt ze af.
Je blijft jong zolang je in de toekomst leeft.
God geneest en de dokter strijkt het honorarium op.
Pas op rechtlijnige! Denk om de bocht.
Trouwen is een knoop leggen in je tong, die je niet meer met je tanden los kunt krijgen.
Optimist tot in de kist.
In Leiden doen ze toch ook alles half? Zie HRKT. Nou, genoeg geluld vanavond hoor. Ik ga me maar weer eens klaarmaken voor de nacht en dat heeft tegenwoordig aardig wat omhanden:
Yoga, wassen, neusholte spoelen met zout water, tanden poetsen, tong schoonmaken en meer van dat soort oosterse wijsheden, die mij gezond moeten houden voor de studie en
het overige waar ik aan bezig ben. Aju paraplu. Tot morgen.
Giedi
7 januari. Dinsdag halftien in de avond.
Hallo beste brave Tinus die me altijd weer aan wil horen met mijn gezwam. Ik voel me bijzonder gelukkig, want ik leef volgens een schema zoals je weet en dat heeft beslist voordelen,
inzoverre dat ik nu weer dat gevoel heb helemaal vrij van mijn studie te staan. Helemaal niets meer om over te denken of om aan te werken. Morgen weer een dag en daarmee klaar.
Fijn hoor, zoiets.
Laat ik vanavond eens even zo'n wetenswaardige uitspraak bij de kop pakken. Eens zien wat ik ervan terecht zal brengen, want verder heb ik toch alleen maar negatieve berichten
over het mislukken van het oplossen van een computerprobleem. Heel de middag aan gewerkt en nog geen resultaat. Lang niet interessant genoeg. Laat ik de volgende uitspraak
eens bij de kladden grijpen: 'Je kunt pas leven als je jezelf niet bent, want als je jezelf wel bent, word je meestal niet begrepen'.
Tja, wat zal ik hier eens van gaan zeggen? Het is natuurlijk duidelijk dat ik eerst met mezelf af moet gaan spreken wat ik eigenlijk onder leven versta. Een moeilijke vraag, want
sommige mensen schrijven er boeken over vol, andere mensen ontwerpen een godsdienst om deze vraag beantwoord te zien. Ik zie het misschien niet zo gecompliceerd. Ik denk dat leven
voor mij niets anders betekent dan zorgen dat ik in de naaste toekomst ook nog kan leven en bovendien de resterende tijd besteden aan dingen die ik op dat moment belangrijk vind
voor mezelf of voor anderen. Dat leven om in de toekomst te leven gaat eigenlijk vanzelf. Wanneer ik honger krijg, ga ik iets zoeken om te eten of ik ga iets kopen. Meestal slaag
ik daar nog wel in ook. De meeste mensen op aarde (2/3) kunnen niet eensaan deze eerste levensbehoefte voldoen, dus vanuit dat oogpunt ben ik al een zeer bevoorrecht mens. De staat
betaalt nu eigenlijk mijn eerste levensbehoeften in de vorm van een studiebeurs. Mijn ouders dragen ook een groot gedeelte bij, want mijn vader verdient volgens de staat genoeg
om in mijn studie bij te kunnen dragen. Zou mijn vader veel minder verdienen, ik zou dan met de volledige studiebeurs van Fl.6800,- per jaar volledig rond kunnen komen, dus
de staat betaalt mijn eerste levensbehoeften die leven in de toekomst verzekeren. Ik heb van dat geld een huis, eten, studiemiddelen, hoewel de laatste niet zozeer een eerste
levensbehoefte genoemd mag worden. Op lange termijn moet ik natuurlijk wel het één en ander aan de staat terug betalen, maar wie zegt of ik dan nog leef of dat de
papieren of de computer waar dat allemaal op staat in die tijd niet verbrand of zoiets zijn? Dus globaal kan ik zeggen: mijn inkomen krijg ik van de staat.
Nijn overige leven: Ik studeer voor mijn plezier, hoewel ik daar soms helemaal geen zin in heb. Door studeren kom ik tot veel beter inzicht in allerlei processen in de natuur
en ook allerlei processen in mezelf. Het bewijs ervan ligt voor me: De eerste regel luidt: 'Je kunt pas leven als je jezelf niet bent.'
Dat klopt als een bus, want niemand weet volgens mij wie hij zelf is. Het komt maar al te vaak voor dat ik dingen bij mezelf moet ontdekken die ik totaal niet kende en die
moeten dan volgens Freud in het onderbewustzijn van mij al aanwezig zijn geweest. We komen dus tot de veronderstelling dat geen enkel mens zichzelf kan zijn omdat geen enkel
mens weet wie hij zelf is en dus niet weet of hij bij een bepaalde handeling zichzelf is of dat hij iemand nadoet of naspeelt. Eigenlijk is iemand die iemand anders nadoet
ook zichzelf omdat hij die iemand anders na wil doen anders zou hij die iemand niet nadoen. Iemand is dus altijd zichzelf. Ook al denkt hij dat hij iemand anders is. Hoe kan
iemand nou iemand anders zijn dan zichzelf? Beïnvloeding van buitenaf zul je zeggen. Ja, maar het is de vrije wil van die persoon of hij zich laat beïnvloeden of niet.
Manipulatie dan. Ja, okee, maar meestal is degene die aan het manipuleren is zichzelf er nauwelijks van bewust dat hij manipuleert. Vb.: Ik krijg van m'n pa op m'n 7-de
verjaardag een elektrodoosje met belletjes en schakelaars. Nu ben ik dol op elektriciteit en alles wat daarmee samenhangt. Ik had op m'n 7-de dat doosje net zo goed kunnen
gebruiken om m'n vuurtje mee op te stoken. Dus ik wil alleen maar zeggen dat er al zoiets als aanleg in mij aanwezig geweest moet zijn om dat doosje leuk te vinden voor
hetgeen het bedoeld was. Manipuleren komt dus eiegenlijk neer op het onbewust vrijmaken van behoeften die al aanwezig waren. Hoe zit het dan met 'behoeften kweken'?
Een uitspraak van onze aanhangers van anti-reclame, waarvan ik er zelf waarschijnlijk ook é&eactue;n ben omdat ik tegen deze maatschappijvorm ben, maar dat is een
ander verhaal. Als iemand de behoefte van een kleuren TV 'aangekweekt' wordt, zal die man altijd al de behoefte hebben gehad beter te willen zijn dan zijn buren. Dat zich
dit dan uit in het aanschaffen van een 'aangepraat' KTV toestel is fijn voor de fabrikant van die TV's. De fundamentele behoeften waren in de man zelf al aanwezig. De
reclame man stuurt alleen die behoefte in een bepaalde richting. Ik ben de lijn van m'n verhaal een beetje zoek. Even terug bladeren. Iedereen is dus in alle situaties
zichzelf. Wie zou hij anders zijn? Wat zou de man die deze uitspraak formuleerde dan bedoeld kunnen hebben? Wel, hij bedoelde waarschijnlijk dat als je je niet aanpast (en het
is je eigen vrije wil om je al dan niet aan te passen) je meestal door je omgeving als egoïstisch wordt gezien em men 'begrijpt' niet waarom je je zo egoïstisch
gedraagt en men gaat je afstoten omdat je totaal jezelf zou zijn. Een mens is een sociaal wezen en heeft behoefte aan contact met wezens van zijn eigen soort, vandaar dat je leven
verrijkt wordt door je met andere mensen bezig te houden. Het gevolg daarvan is dat je je wel een beetje moet aanpassen daar anders iedereen je af gaat stoten en je leven
eenzaam en leeg zal blijven. Eigenschappen in de mens (jaloezie van het iemand niet zichzelf kunnen laten wezen) noopt ons dus ons bij andere mensen 'aan te passen' om
ons leven zodoende te verrijken. Jalouzie komt in dit verband bij jezelf net zo hard voor als bij al die andere mensen natuurlijk. Alleen is het veel moeilijker om dat
bij jezelf te onderkennen dat je jalours op anderen bent. Goed dat er jalouzie is anders werd het leven vreselijk saai en sleurvol. Best bevallen, die spreuk bespreking!
Welterusten. Giedi
Woensdag 8 januari 1975 10 uur avond
Lieve Tinus. Ik voel me echt moe. Totaal overwerkt, zou ik haast zeggen en ik voel me dan ook niet meer geroepen zo'n moeilijke zin te gaan bespreken. Bovendien heb ik vanmiddag
van Jolan een prachtige brief gehad met daarin allerlei problemen met haar pa en ma. Die spreken mij natuurlijk altijd erg aan. Ik heb nu ook totaal geen behoefte om mezelf
af te reageren op een stuk zin in de vorm van proza ofzo. Ik ga nog een kwartiertje gitaarspelen en dan lekker m'n nu nog koude bed in. Welterusten.
Giedi
donderdag 9 januari 1975. half elf avond.
Lieve Tinus. De week zit er bijna op en ik verlang toch alweer een beetje naar huis. Meer als onderbreking van mijn strakke schema dan als om contact te hebben met andere
mensen. Dat eenzaam zijn voel ik lang zo erg niet als ik constant ergens mee bezig ben en dat ben ik nu door dat schema. Laat ik weer eens een spreuk grijpen.
'Men bewondert altijd die werken, waarin men zijn eigen gedachten terugvindt.' Waarom heb ik juist deze spreuk genomen? Omdat zoals de spreuk zelf zegt: 'Ik er iets van mijn
eigen gedachten in terugvind.' Over dit probleem heb ik vaak nagedacht. Als iemand een boek leest, haalt hij er alleen uit wat hij zelf belangrijk vindt. Dat is eigenlijk
erg jammer, want zodoende blijft het grootste gedeelte van dat werk of boek waarschijnlijk onbekend en er blijft een vrij grote wereld gesloten voor ieder mens. Datgene
wat de mens alleen direct interesseert, zal hij opvangen en ook dat alleen geeft hem weer meer specialisatie, want hoe meer hij over een bepaald onderwerp weet hoe meer
hij zich er waarschijnlijk voor zal gaan interesseren en hoe meer hij dus gespecialiseerd zal raken. Neem nu alleen mijzelf: Zeer gespecialiseerde vakopleiding
'Natuurkunde´. Wat kan ik daar allemaal mee als ik ir. ben en ik betwijfel of ik dat ooit zal halen; ik kan dan niets. Nog niet eens de bewegingen van een voetbalspeler
voorspellen of een kapot vallende appel weer heel maken. Ik kan alleen in een heel beperkt gebiedje een paar dingetjes uitrekenen. Heeft het dan zin om daar zoveel
ophef en kapsjones over te maken? NOOIT! Laat ik dat maar flink groot opschrijven, want hoe verder ik in m'n studie zal vorderen, hoe fanatieker ik denk ik wel
zal worden, maar dat geeft wel, want hoe fanatieker hoe meer kapsjones over hetgeen bereikt is. Als ik vandaag de dag een natuurkundig ingenieur zie klungelen met een
bekerglas met vloeistof, dan denk ik: 'Man wat ben je toch beperkt'; moet ik nou zelf ook zo worden? Niet te hopen, want dan staak ik vandaag nog. Laat ik maar stoppen
met schrijven. Ik heb geen zin meer. Bovendien loppt het toch op een depressie uit wanneer ik nu doorga. Wel terusten.
Giedi
Zondagavond 10 uur. 12 jan. 1975.
Lieve Tinus, Eindelijk weer eens de tijd om lekker rustig een stukje in m'n dagboek te schrijven. Ik heb er echt behoefte aan even rustig alles van het afgelopen weekend op papier
te zetten. Er hebben zich geen uitzonderlijke dingen voorgedaan, maar toch kan je uit allerlei kleine dingetjes achteraf toch nog een heleboel halen.
Naar de inhoudspagina
|
|