Dagboekfragmenten vanaf 1970 (?)


Dagboek Giedi 30-10-1974 tot en met 5 januari 1975


woensdag 30 oktober 1974
Wat een waardeloos weer is het vandaag geweest, maar ja, ik hoop dat het morgen beter is. Ik ben een dagboek begonnen, omdat ik bepaalde dingen graag wil vertellen, maar ik heb niemand om wat aan te vertellen door de weeks. Iedereen die ik graag mag, zit in Rotterdam. Ikzelf in Delft, zodoende wordt het wat moeilijk elke keer op te bellen; bovendien is het door de telefoon waardeloos vertellen omdat je dan alleen iemands stem kan horen en niet gezichtsuitdrukking e.d. waar kan nemen. Kortom redenen genoeg voor de start van een dagboek.
Ik weet niet of ik het vol kan houden. Er zullen vast wel dagen komen dat ik minder of nauwelijks iets te schrijven heb, maar dat is zo erg niet. Op aanraden van Mar's dagboek houd ik er maar een min of meer verplicht schrijf-halfuurtje op na, zodat er tenminste iedere dag iets op papier komt.
Ik ben net naar Charley geweest om een bandrecordertje te lenen om een bandje voor Jolan op te nemen. Boudewijn de Groot loeit daarom op dit moment door de kamer. Mooie muziek kan die kerel toch maken. Dat is nu niet voor mij weggelegd. Ik moet exact leren denken en doen. Gelukkig deed dat verdomde computerprogramma het vandaag. Ik ben er meer dan een hele middag aan bezig geweest en nog had ik vanmorgen (de volgende dag dus) nog geen resultaat. Om van te balen zeg. Er zat maar één klein foutje in. Ik had een ';' opgeschreven die er helemaal niet moest staan. Gevolg: het hele programma verdomde het. Gek hoor, zo'n computer. Hij doet alles heel snel (paar seconden), maar soms doet hij niets. Nog erger dan een vakidioot op wiskundig gebied, zo'n apparaat.
Nog een stimulans om een dagboek bij te gaan houden, was dat ik m'n eigen literaire fratsen uit de 6-de klas gisteravond nog eens door heb zitten lezen. Erg leuk geweest in 6A als ik het achteraf bekijk. Wel veel spanning geweest in 6A, maar daar merk je bij het achteraf doorlezen weinig van. Vandaar dat het misschien zo leuk lijkt.
Dit schrift is een oud laboratorium schrift van Charley geweest. Toch nog goed bruikbaar eigenlijk. Vanmiddag hebben we een relais gemaakt. Erg leuk werk hoor, maar na een middag heb je er al grof de balen van. Er zijn mensen die dat hele dagen doen. Niet te geloven, eigenlijk. Maar dan hoef je er niet meer bij na te denken, waarschijnlijk. Ik heb maar drie van die dingen meegenomen. Je kan ze overal voor gebruiken. Ik heb het plan m'n wekker er mee om te gaan bouwen, zodat ik 's-morgens met muziek i.p.v. door belgerinkel wordt gewekt. Dat is wel iets plezieriger.
Ik heb er lang over nagedacht (Ik bemerk dat ik wel vaak 'ik' gebruik, waarschijnlijk door gebrek aan contact, maar nu heb ik contact gevonden gelukkig maar) hoe ik m'n persoon ga noemen tot wie ik me richt in m'n dagboek. Ik weet het eigenlijk niet. Eerst wilde ik 'Tinus' nemen, voortkomende uit die ontwikkeling van een 'Brief voor Tinus' tot een aantal fratsen, die ik toch weer liever niet op wilde sturen. Misschien doe ik het nog wel ook. Het is alleen maar om niet zo abstract te doen. En bovendien is het dan net of ik iemand gedag zeg als ik het geschrijf afsluit. Verder moet ik er niets achter zoeken. Een kaal begin van een brief staat ook zo gek.
Charley was vandaag niet mee te praten. Ik weet niet hoe het kwam. Misschien lag het wel aan mij; dat ik teveel over mezelf wilde vertellen ofzo. Ik weet het niet. Hij moest om halfnegen weer iemand (Paul van Riel) op gaan zoeken. Ik dacht ik ga maar mee. Hij had echter het verkeerde adres meegenomen en we moesten dus weerterug naar zijn huis. Het was inmiddels kwart over negen en ik wilde nog wel wat doen vanavond al was het alleen maar de rotzooi op mijn kamer opruimen. Ik ben dus niet opnieuw met hem mee gegaan, maar ik heb de fiets en de bandrecorder mee naar huis genomen. Wat was het daar een bende zeg. Dat is nu gelukkig allemaal opgeruimd.
Aan m'n studie heb ik vanavond weer geen donder gedaan. Ik weet niet waar dat door komt. Gisteravond had ik ook al geen zin. Het is wel waarschijnlijk te verklaren, want we hebben nu alleen maar van die waardeloze theorie te bestuderen. Daar moet ik nog een beetje aan wennen. Toch wil ik doorzetten, anders haal ik die eerste twee tentamens van Mechanica en Analyse niet. Dat zou een ramp zijn, want dat is waarschijnlijk zo'n teleurstelling dat m'n enthousiasme er dan voorgoed uit is. Vandaar dat ik goed aan ga pakken, want ik heb nog zeer veel voor die tentamens door te nemen. Bovendien ben ik toch wel een beetje verantwoording tegenover mijn ouders verschuldigd, want die betalen tenminste m'n studie nog voor een groot gedeelte. Het is daarom zaak dat ik me goed bewust word van m'n toestand en dat ik daar ook naar handel, want als ik maar avonden niets blijf doen, zal er vast wel niets terecht komen van die tentamens. Ik heb totaal geen idee hoe moeilijk die tentamens zijn. Misschien zijn ze wel erg moeilijk, misschien wel niet. Daarom lijkt het me het beste wanneer ik er maar zoveel mogelijk voor doe. Dit is vreselijk moeilijk vol te houden zonder controle of zo, bemerk ik nu opeens. Het is veel gemakkelijker naar Charley of wie danook te gaan, dan wiskunde oefeningen maken, maar die moeten ook gebeuren.
Van nu af aan heet m'n dagboek dus 'Tinus', vanwege historische achtergrond en vanwege de persoonlijkheid van m'n dagboek.
Het bandje voor Jolan is klaar en daarom ga ik maar slapen. Het is tenslotte alweer 11 uur. Welterusten.
Tot morgen Tinus
Giedi

donderdag 31 oktober 1974
Lieve Tinus,
Het is nu ongeveer 1 uur in de middag en ik heb even niets te doen. Mooi even de tijd dud om iets aan jou te schrijven. Vanmorgen 4 inspannende uren college zitten volgen over analyse e.d. Het viel verdomd niet mee. Die professor ging maar door met allerlei moeilijke onderwerpen en problemen. Ik zit op het ogenblik in de werkkamer voor eerstejaars studenten voor de afdeling Natuurkunde. Een 'gezellig' vertrekje met bibliotheekboeken over de meest uitgebreide zaken en een aantal rekenmachientjes. Zo meteen hebben we een nabespreking over proef B12. Wat het voorstelt, weet ik niet, maar dat zullen we wel zien. Ik heb net weer een goed idee opgedaan voor een eventuele uitvoering. Het betreft een drukschakelaartje dat vanzelf uitvalt wanneer je het loslaat. Als je met muziek in slaap wilt vallen, moet je dit schakelaartje gebruiken. Als je dan in slaap valt, verslappen de spieren en de stroom valt vanzelf uit. Handig hè. Mooi idee. Alleen weet ik nog niet wanneer ik het ga uitvoeren. Waarschijnlijk wanneer ik eens niets te doen heb en dat is voorlopig nog niet zo. Voor het eerste wiskunde tentamen hoeven we gelukkig maar een klein gedeelte van de bewijzen te kennen. Gelukkig maar, want ik zag het al helemaal niet meer zitten. Alles overweldigt en overdondert me hier. Daarnet had ik ook weer een uitspraak: Ik zei ineens tegen een vriend van me (Ik weet nog geeneens hoe hij heet). We liepen samen door de aula van de TH: 'Wat een intellectuelen lopen hier eigenlijk allemaal rond'. En toen moest hij vreselijk lachen, dus heb ik maar gedaan of het komisch bedoeld was, maar eigenlijk was het een soort wanhoopskreet van 'Ik voel me in de massa ten onder gaan', maar zover wil ik dan weer niet gaan. Tenslotte kan je beter maar eens een keer flink lachen tussen heel dat stelletje nuchtere zakken hier in Delft. Als je een beetje uitbundig lacht, verklaren ze je hier al snel voor gek. Ik denk dat ze dat niet vinden passen op een TH. Dat hoort zeker in de sociëteiten thuis. Von Raesveld-Mijer heb ik een toekomstige Hitler genoemd. Weer gelach van iedereen. Ik moest zelf ook wel lachen. R.M. leeft zich nu helemaal in zijn vak uit (wiskunde) terwijl Hitler zich totaal uitleefde op een maatschappij. Volgens mij zijn ze verder ongeveer gelijk. Een gevaarlijke gedachtengang, maar toch geloof ik dat hij wel juist is vanwege de vele maniertjes, die v.R.M. in zijn colleges gebruikt. Vooral het aanwijzen van bepaalde belangrijkheden doet hij zo corrupt en absoluut dat je er haast bang van zou worden. Niet een fijn persoon om mee samen te werken, maar aan de andere kant komt hij toch wel bij ons in de kantine koffie drinken, wat wel sympathiek te noemen is. Met de nodige voorbehoud natuurlijk, want als het te druk is, gaat hij gewoon weer weg. Hij wil op ons een enorm overheersende indruk maken. Dat had ik ook toen ik pas in Delft studeeerde. Ik wilde tegenover iedereen van m'n oude middelbare school een enorm overheersende indruk maken. Dat is nu wel een beetje afgesleten, want volgens mij heb ik helemaal het recht niet een overheersende indruk op iemand anders te maken vanwege mijn positie als student, omdat ik achteraf heb moeten inzien, dat student zijn ook iets heel gewoons is met alle daagse gewonigheidjes, die soms ten opzichte van de middelbare school te lullig zijn om los te lopen. Vb: Men maakt hier moeilijkheden over een al of niet juist geplaatste ; in een computerprogramma anders vertikt dat ding het. Op de middelbare school zouden we zo iemand vreselijk hebben uitgelachen. Wat maakt die ene ; nou uit? Geen sodemieter, toch? Daarom vind ik dat prof. v. R.M. ook niet het recht heeft zo overheersend tegenover ons te doen, maar ja, we zitten nu eenmaal met die kerel, dus hij doet maar. Ik ga nu naar de nabespreking van B12. Tot ziens, Tinus.
Giedi

1 november 1974
Lieve Tinus,
Het is kwart over acht in de morgen en het schrijven wil nog niet zo best lukken. Ik heb gisteravond niets meer geschreven, want ik was pas om halftwee klaar met m'n sommetjes wiskunde. Allemaal limieten uit zitten rekenen. Een walgelijk werk, maar als je het eenmaal doorhebt, is het wel wat leuker. Ik ben gisteravond ook nog wezen zwemmen en toen ik terugkwam, zat de deur op het nachtalarm, want de Pluggen waren reeds naar bed. Ik, slim als ik was, duwde niet gelijk uit alle macht tegen de deur, maar keek eerst of het kettinkje erop zat, want ik vermoedde al iets. Daardoor ging het alarm gelukkig niet aan. Ik heb David maar 'zachtjes' uit bed gebeld, nadat ik eerst had geprobeerd in m'n eigen kamer in te breken, wat natuurlijk niet lukte. Daar moet ik ook nog even iets op verzinnen, zodat ik niet van de voordeur afhankelijk ben. Vooral bij nachtelijke expedities en die zullen zeker niet uitblijven, want ik heb nog heel wat met Charley te ouwehoeren en hij houdt nogal van een beetje doorzakken. Zodoende. Gisteravond ben ik eigenlijk ook wel een beetje ver doorgezakt (laat opgebleven). Ik voel me nu dus verre van fit. Daar komt nog bij dat ik nog tien minuten moet wachten voor ik een kopje koffie kan kopen, maar niet getreurd. Ik kom de dag wel door denk ik. Allereerst hebben we dadelijk twee uur de heer Varma, die ons weer van allerlei nuttige en nutteloze zaken van de mechanica op de hoogte zal brengen. Vervolgens komt v. Raesveld Mijer weer twee uur aan de beurt en dan kan ik fijn naar mijn ouders toe, nadat ik echter eerst Charley z´n bandrecorder terug heb gebracht. De zak was er gisteravond natuurlijk weer niet, zodat ik de gehele tijd met dat ding heb rondgereden. Niet dat mij het er wat toe doet hoor, maar hij wordt er niet beter van. Bovendien moet ik nog even stoffen in m´n kamer, want het begint al aardig te stuiven als ik hard door m´n room ren.

Naar de inhoudspagina